28612 |
de moederkorf afkloppen |
afjagen:
āfjāgǝ (L246p Horst),
afkloppen:
afkloppen (L244d Ysselsteyn),
āfklopǝ (L333p Asenray / Maalbroek, ...
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden),
houwen:
hǫwǝ (Q019p Beek),
jagen:
jāgǝ (Q113p Heerlen),
kloppen:
kloppen (L282p Achel, ...
K317a Kerkhoven,
Q009p Maasmechelen,
L416p Opglabbeek),
klopǝ (Q019p Beek, ...
L428p Born,
L384p Herkenbosch,
L381b Peij,
L271p Venlo,
L289p Weert),
klopǝn (L421p Dilsen),
klǫpǝ (P120p Alken, ...
P107a Rummen,
P176p Sint-Truiden,
Q015p Stein),
kloppen rondom:
klopǝ rōndøm (L210p Venray),
trommelen:
trommelen (Q003p Genk, ...
L294p Neer),
tromǝlǝ (Q019p Beek, ...
L371a Geistingen,
L330p Herten,
L265p Meijel,
L329p Roermond,
L215a Wellerlooi),
troę.mǝlǝ (Q071p Diepenbeek),
trumǝlǝ (Q002p Hasselt),
trumǝlǝn (K353p Tessenderlo)
|
Bij het jagen de onderste korf of moederkorf met beide handen gedurende ongeveer een kwartier van onderen naar boven bekloppen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 88a; monogr.]
II-6
|