e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
een sloot uitdiepen dieper maken: dēpǝr mākǝ (Weert), graven: grāvǝ (Stein), mooien: mau̯jǝ (Amby), mawǝ (Amby), mōjǝ (Mheer, ... ), (Gulpen), mǭjǝ (Margraten), opmaken: opmākǝ (Grathem, ... ), opvegen: opvē̜gǝ (Nunhem), poetsen: poetsen (Helden), putsǝ (Tegelen, ... ), reinmaken: reŋmaxǝ (Bocholtz), schoonmaken: sxǫnmākǝ (Siebengewald), šuǝnmākǝ (Margraten), schouwen: schouwen (Heugem), sxǫwǝ (Amby), uitbaggeren: ūtbagǝrǝ (Blerick), uitdiepen: uitdiepen (Venlo), ūtdipǝ (Baarlo, ... ), ūtdēpǝ (Amby, ... ), ūu̯tdēpǝ (Heerlerheide), uitgraven: ūtgrāvǝ (Amby, ... ), uitmootsen: ūtmyǝtšǝ (Valkenburg), uitmotten: ūtmutǝ (Vrusschemig), uitscheppen: ytsxø̜pǝ (Wellerlooi), ūtsxɛpǝ (Welten), ūtšøpǝ (Margraten), uitschieten: ūtšētǝ (Leveroij, ... ), uitsmijten: ø̜i̯tsmītǝ (Middelaar), ūtšmītǝ (Houthem), uitvegen: ūtvē̜gǝ (Leveroij), vegen: vegen (Grathem, ... ), vē̜gǝ (Afferden, ... ) Het uitdiepen of het op diepte houden van een sloot met behulp van een schop, hak, riek, krabber en een zeis. [A 10, 21; N 18, add.; monogr.] I-8