26355 |
gleuf |
giet:
gi.t (Q088p Lanaken),
gleuf:
gliǝf (Q083p Bilzen),
glø.f (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
Q162p Tongeren),
glø̄f (K353p Tessenderlo, ...
L271p Venlo),
glø̜f (P057p Kuringen),
goot:
gø.t (Q095p Maastricht),
groef:
gruf (Q083p Bilzen, ...
Q160p Bommershoven,
Q071p Diepenbeek,
P195p Gutschoven,
Q164p Heks,
P177a Ordingen),
grōǝf (Q083p Bilzen),
kloof:
klowf (P058p Stevoort),
klø̄f (P058p Stevoort),
l-ijzer:
ɛl-ęǝzǝr (Q077p Hoeselt, ...
P119p Sint-Lambrechts-Herk),
l-vorm:
ɛl-vø̜rǝm (P188p Hoepertingen),
lat:
lat (Q083p Bilzen),
lei:
lęj (L372p Maaseik
[(meestal voor de maalsluis gebruikt)]
),
rabat:
rabat (fr.) (P053p Berbroek, ...
P057p Kuringen,
P058p Stevoort),
rǝbat (L417p As, ...
L360p Bree,
L372p Maaseik,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo),
rainure:
rǝnyr (L424p Meeswijk),
rǝnȳr (Q077a Alt-Hoeselt, ...
P187p Berlingen,
Q083p Bilzen,
Q160a Haren,
P176p Sint-Truiden),
rib:
rep (P195p Gutschoven),
schuif:
sxø̜jf (P120p Alken, ...
Q164p Heks),
šø̜jf (Q181p Sluizen),
sleuf:
šlø̄f (L387p Posterholt),
slip:
slep (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
P195p Gutschoven),
slis:
sles (L163p Ottersum),
slits:
šlits (Q121c Bleijerheide),
snats:
šnats (L330p Herten),
snede:
šnet (Q204a Mechelen),
šnēt (L330p Herten),
spleet:
splɛjǝt (Q159p Broekom),
uitham:
ø̜ǝtham (Q078p Wellen),
winkelhaak:
wiŋkǝlhōk (P050p Herk-de-Stad),
zegensnits:
zē̜gǝšnets (L330p Herten)
|
De gleuf in de kop van de houtschroef, waar de vouw aan het uiteinde van de schroevendraaier in past. Een afgekeurde schroef zonder gleuf werd in Posterholt (L 387) jongetje (jø̜ŋskǝ), in Wellen (Q 78) mannetje (mɛnǝkǝ) en in Venlo (L 271) kletskop (klɛtskǫp) genoemd.' [N 54, 37e; monogr.] || De gleuf in de kop van het staakijzer van watermolens bij het balanceerwerk. [Vds 138] || De groef in de sluisstijlen waarin de sluisdeuren passen. De deuren van de maalsluis dalen in het algemeen schuin naar beneden, terwijl de deuren van de wendsluis gewoonlijk loodrecht tegen de T-vormige sluisstijlen op en neer kunnen bewegen. De woordtypen rabat (P 53, P 57, P 58), winkelhaak (P 50) en lat (Q 83) zijn specifiek van toepassing op de T-vormige uitsparing in de sluisstijlen van de wendsluis. [Vds 51; Jan 45; Coe 33; Grof 54]
II-12, II-3
|