e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hoektroffel binnenhoek: benǝn ̇uk (Sint-Truiden), bęnǝn(h)uk (Bilzen), binnenhoektruweeltje: benǝhuktrywīltšǝ (Kleine-Brogel), buitenhoek: bǫwtǝn(h)uk (Bilzen), eckentroffel: ɛkǝtru.fǝl (Vaals), ecktroffel: ɛktrufǝl (Kerkrade, ... ), hoek: (h)uk (Bilzen), huk (Beverst, ... ), hō.k (Meeuwen), hōk (Stokrooie), ̇uk (Sint-Truiden), hoekbak: hōk˱bak (Tegelen), hoekijzer: hoekijzer (Hoeselt), huk˱ījzǝr (Achel), hōk˱īzǝr (Gronsveld), hoekijzer voor binnenhoek: hōk˱ęjzǝr vør benǝnhōk (Tessenderlo), hoekpalette: hukpálɛt (Mal), ukpalɛt (Sint-Truiden), hoekpleister: hukplējstǝr (Lommel), hoekplektroffel: hōkplɛktrofǝl (Boorsem), hoekschupje: hōksxø̜pkǝ (Weert), hōkšøpkǝ (Eijsden), hoekspaan: hōkšpān (Rothem), hoektrekker: hōktrekǝr (Panningen), hōktrękǝr (Helden), hoektroffel: huk[troffel] (Middelaar), hōk[troffel] (Beek, ... ), hūk[troffel] (Venray), hǫwk[troffel] (Sittard), hǭǝk[troffel] (Opglabbeek), hoektroffeltje: hōktrøfǝlkǝ (Leuken, ... ), hoektruweel: hok[truweel] (Diepenbeek), huk[truweel] (Beverst, ... ), hǫk[truweel] (Houthalen), hoektruweeltje: hoktrǝvīlkǝ (Paal), hōktrywiǝlkǝ (Meeuwen), hōktrǝwilkǝ (Kuringen), hōktǝrwilkǝ (Lummen), hoekuitwerker: huk˱øtwē̜rʔǝr (Lommel), hoekvormer: hōk˲vǫrǝmǝr (Waubach), hoekvormige troffel: hōk˲vęrmegǝ trǭfǝl (Bree), mal: mal (Gelieren Bret), palette: palɛt (Sint-Truiden), plekspaan: plɛkspǭn (Tessenderlo), rechte hoek: rechte hoek (Bevingen), ronde hoek: rǫndǝ hǫk (Kaulille), schepper: sxøpǝr (Zonhoven), schupje: šø̜pkǝ (Stein), smeertroffel: šmīrtrofǝl (Kerkrade), troffeltje: trøfǝlkǝ (Schimmert), vishoek: veshuk (Montfort) Metselwerktuig om hoeken te bepleisteren. Het blad van de hoektroffel is V-vormig gebogen en biedt op deze wijze de mogelijkheid een zuivere lijn van het pleisterwerk te verkrijgen. Zie afb. 1c. In K 278 kende men 'hoekpleisters' voor een buitenhoek ('vør nǝn˱ bø̜̄jtǝnhuk') en voor een binnenhoek ('vør nǝn˱ benǝnhuk'). Ook de invuller uit Q 83 maakt dit onderscheid. Volgens de invuller uit Q 198a wordt de hoektroffel niet gebruikt door de metselaar, wel door de stucadoor. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '-(troffel)' en '-(truweel)' het lemma 'troffel'. [N 30, 8b; monogr.] II-9