e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houweel aardhak: i̯āthak (Borgloon), ē̜rthak (Herkenbosch, ... ), ɛ̄rthak (Haelen), aardhouw: ęrt˱hǫu̯w (Nederweert), aks: aks (Kermt), bik: bek (Baarlo, ... ), bikkel: bekǝl (Geleen, ... ), beqǝl (Heerlen, ... ), boshak: bošhak (Meerssen), hak: ak (Kinrooi, ... ), hak (Achel, ... ), hęk (Kaulille), hooghak: hooghak (Oost-Maarland), houweel: huwiǝl (Valkenburg), høi̯l (Eupen), hǫu̯wil (Bocholtz, ... ), hǫu̯wiǝl (America, ... ), hǫu̯wēl (Boukoul, ... ), hǫu̯wīl (Velden), hǫu̯wīǝl (Neer, ... ), hǭu̯wēl (Lanklaar), ǫu̯wiǝl (Maasmechelen, ... ), ǫu̯wēl (Rotem), ǫu̯wīǝl (Kinrooi), karhak: karhak (Berg, ... ), kārhak (Teuven, ... ), kē̜rak (Hasselt), kē̜rhak (Paal), kē̜ǝrhak (Diepenbeek), kɛrhak (Grathem, ... ), kruisbijl: kryts˱bīl (Velden), krȳsbī̄l (Belfeld), krȳts˱bī̄l (Tegelen), kruishak: krytshak (Reuver), kuit: kȳt (Reuver, ... ), laphak: lapak (Ophoven), laphak (Baexem), loshouweel: loshǫu̯wēl (Geulle), pik: pek (Heerlerheide, ... ), pikhouweel: pekhǫu̯wēl (Maasniel), pioche: pii̯os (Lommel), pii̯oš (Noorbeek), pijǫs (Loksbergen), pijǫš (Maastricht), piǫš (Bilzen  [(idem)]  ), pi̯os (Lummen), rothak: rǫthak (Klimmen, ... ) Houweel of hak die vroeger gebruikt werd om de wielen van de kar of wagen vrij te maken als die vastgelopen was op slechte wegen. Deze hak werd ook gebruikt als steun voor de kar of wagen tot de wegen beter werden en de hak als steun vervangen werd door de zware karsteun. [N 17, 83; JG 1d; monogr.] || Houwwerktuig met lange steel en twee armen. Een van de armen heeft een beitelvormig uiteinde, de andere loopt uit in een punt. De houweel werd gebruikt om in de winter de klei los te kappen. In L 381 werd dit werk gedaan met een beitel (bęjt\l). [N 98, 37; monogr.] I-13, II-8