22361 |
knikkeren |
bet de kassendou spelen:
spēlə beͅ də kasənd"j (P176p Sint-Truiden),
bet de knikkers spelen:
spelə beͅi də knikkers (Q080p Vliermaal),
bet de maaien schieten:
Sub meësjîete: Kom ve gón e pötsje meësjîete (of bè de meë sjîete): Kom, we gaan knikkeren.
bè de meë sjiête (Q074p Kortessem),
bet de maaien spelen:
Sub *maai.
bè de mao.ëje spee.ële (Q001p Zonhoven),
bet de marvels spelen:
spēlə bɛi də mailəvərs (P047p Loksbergen),
bet maaien spelen:
beͅ mājə spēln (Q001p Zonhoven),
bé mieje spéèle (knikkeren) (P121p Ulbeek),
spēlə beͅ moͅjəs (Q160p Bommershoven),
bet scheuten spelen:
spēlə beͅ sx"tə (K360p Heusden),
bikkelen:
bikkele (L249p Grubbenvorst, ...
L211p Leunen),
bikkelen (L247p Broekhuizen),
Bikkele ien n kuleke.
bikkele (L210p Venray),
buten:
ne Buut: glazen knikker.
buude (L289p Weert),
frankelen:
frenkele (Q119p Eygelshoven),
vrenkele (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
franken:
jongens: vrenken (L353p Eksel),
vrenken (L353p Eksel),
ɛvrenkenɛ - knikkeren (L353p Eksel),
franken doen:
vrênk doên (L353p Eksel),
frankhuiven:
frenkeve (Q121p Kerkrade),
frankhuiven schieten:
f}raŋkəf sjisə (Q121c Bleijerheide),
huiben:
Heube (Q198p Eijsden),
huibe (Q198p Eijsden),
huuben (Q198a Mesch),
huifje schieten:
hy(3)̄fkə sjēͅtə (Q098p Schimmert),
ievke schieten (L415a Dorne),
üfke sjééte (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
huifje spelen:
Yfkə spēələ (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
huivelen:
huvele (Q038p Amstenrade),
huiven:
hejvə (Q072p Beverst),
heuven (Q095p Maastricht),
hoive (Q169p Membruggen),
huive (Q193a Eckelrade, ...
Q193p Gronsveld,
Q193p Gronsveld,
Q193p Gronsveld,
Q105p Heer,
Q188p Kanne,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q194p Rijckholt,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
huiven (Q102p Amby, ...
Q095a Caberg,
Q187a Heugem,
Q104p Wijk,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
huujven (L282p Achel),
huuve (Q203p Gulpen, ...
Q100p Houthem,
Q197p Noorbeek),
huve (Q211p Bocholtz, ...
Q035p Brunssum,
Q116p Simpelveld),
huven (Q102p Amby, ...
L286p Hamont),
höjve (Q188p Kanne),
höjve: de dikke höjv (glaowe) - de klàèjn höjv (lèeme) (Q188p Kanne),
hûive (Q193p Gronsveld),
knikkeren(hieven) (L415a Dorne),
uuve (L429p Guttecoven, ...
L423p Stokkem),
uuven (Q015p Stein),
úúve (Q017p Elsloo),
#NAME?
huuve (L321p Neeritter),
(ww.)
höjve (Q188p Kanne, ...
Q188p Kanne),
2 speelden wij met lemen knikkers, die geverfd waren. 3 was een spelletje, waarbij een kuiltje in de grond werd gemaakt waarin je je
(h)uve mit ɛn (h)uuf (Q031p Spaubeek),
Afl. sub huuf.
huven (L424p Meeswijk),
B.v. Gi hoeft nè/nie te huven, as ge nè tigge verlies kunt!
huvən (L282p Achel, ...
L286p Hamont),
Kom, we gaan huiven.
hy(3)̄və (L286p Hamont),
Mij onbekend
úúve (Q017p Elsloo),
Vgl. knepe.
`hy(3)̄:və (Q251p Gemmenich),
huiven scharren:
huive sjare (Q187p Sint-Pieter),
huiven schieten:
hejvə sjētə (L360p Bree),
hīvə sxētə (L416p Opglabbeek),
huive sjiette (Q178p Val-Meer),
huuf sjeite (Q020p Sittard),
huuve sjeete (L317p Bocholt, ...
L426z Holtum),
huuve sjeete (biejal / bie:frĕts: termen bij het (L317p Bocholt),
huuve sjeete in ein slag (L317p Bocholt),
huuve sjete (Q201p Wijlre),
huûve scheete (L316p Kaulille),
huûve scheete (knikkeren) (L316p Kaulille),
hy(3)̄əvə sjētə (Q039p Hoensbroek),
hyvə sxētə (L316p Kaulille),
uve sjeete (Q011p Boorsem),
uve-sjete (knikkeren) (L369p Kinrooi),
, /
hieve sjeten (L362p Opitter),
Sub hi-jf.
hi-jve sjete (L360p Bree),
Sub hief.
hieven schieten (L364p Meeuwen),
Vgl. sub hi-jf: Hi-jve könste sjete in ein slang of in èè bûdelke (kuiltje).
hi-jvesjete (L360p Bree),
voor jongens ! met de ene knikker de andere in een kuiltje schieten.
huuve sjeete (Q018p Geulle),
huiven tikken:
huive tikke (Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
kabassen:
kabastə (Q002p Hasselt),
kebaste (Q002p Hasselt),
Afl. van kabás, kebás knikker, waarbij van *kabast wordt uitgegaan, anders zou het *kabasse geweest zijn. Vgl. ook Waals cabasser, cabossî denken, kneuzen.
kabaste, kebaste (Q002p Hasselt),
alle e dof de a gesloten maar langgerekt, /
kabbasse (Q002p Hasselt),
Sub meësjîete: In Hasselt zegt men kabaste.
kabaste (Q002p Hasselt),
kassendouen:
kasəndy(3)̄ə (P176p Sint-Truiden),
keischeuten:
keisjeute (L265p Meijel),
keͅjsj"tə (L265p Meijel),
kéjsjeute (L265p Meijel),
/
kéjsjeute (L265p Meijel),
Zie afbeelding 59 [pag. 88]: kéjsjeute, bókspringe, kievveloeëte èn kurtje springe.
kéjsjeute (L265p Meijel),
ketsen:
/
ketsen (Q113p Heerlen),
klitsen:
kletsə (P120p Alken, ...
P057p Kuringen,
P176p Sint-Truiden,
P177p Zepperen),
klitse (P176b Bevingen, ...
P186p Gelinden,
P188p Hoepertingen),
klitse (knikkeren) (P189p Rijkel),
klitse in ɛn slang of e pètje (Q086p Eigenbilzen),
klitsen (P121p Ulbeek, ...
Q078p Wellen),
klitsje (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
klitsə (Q156p Borgloon, ...
P188p Hoepertingen),
klutsen (Q175p Riemst, ...
Q179a Zussen),
mèt enne mauj klitsen (P197p Heers),
Afl. van klits knikker.
klitse (Q002p Hasselt),
Hij klitst nog met zijnen nagel.
klitsə (Q001p Zonhoven),
Man lässt zwei auf einander gelegte Murmeln zu Boden fallen.
klietsje [klitšə} (Q121p Kerkrade),
Mèt n klits muste klitse, mê de kons oach paor of omp doen, doa wjodde vèèl geklits op de stroat vrigger douw woor dat nog mjèggelk, ver koste op den trotwaar in n slag - e petje of in e keilke klitse.
klitse (Q086p Eigenbilzen),
Ook klitsere.
klitse (P176p Sint-Truiden),
Ook: tegen elkaar liggen van twee biljartballen.
klitsje (Q020p Sittard),
Sub keingerspeile.
klitse (P176p Sint-Truiden),
Sub klits: Wille ve e pötsje klitse: Zullen wij met de knikkers spelen?
klitse (Q074p Kortessem),
Sub trotwaar: [...] vè wore doa aan t klitse op dè trotwaar. [...] Wij, die met knikkers aan het spelen waren op die stoep [...].
klitse (Q086p Eigenbilzen),
Verouderd. Vroeger klitsden de kwajongens veel.
kletsə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
vgl. pag. 230: knikkeren, z.o. *klitsen.
klitse (Q001p Zonhoven),
klitseren:
kletsərə (P176p Sint-Truiden),
Sub klitse: ook klitsere.
klitsere (P176p Sint-Truiden),
klotsen:
klotsen (K361p Zolder),
knikkeren:
knekərə (L413p Helchteren),
knikkere (L289b Leuken, ...
L159a Middelaar,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L244d Ysselsteyn),
knikkeren (L269b Boekend, ...
L269b Boekend,
L414p Houthalen,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
L216p Oirlo,
L163p Ottersum,
L268p Velden),
, /
knikkeren (K278p Lommel),
/
knikkere (Q113p Heerlen),
knikkerre (Q032p Schinnen),
Afl. sub knikker.
knikkeren (K278p Lommel),
gewone spel
knikkere (L164p Gennep),
Zie ook HUIVEN en KLOSSEN.
knekərə (L286p Hamont),
knikkers schieten:
knikkers/scheete (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
knikkerten:
knikkerte (L320a Ell, ...
L320a Ell),
knippen:
`kni̯.pə (Q251p Gemmenich),
knepe (Q253p Montzen),
kneppe (Q253p Montzen),
knippe (Q207p Epen, ...
Q204a Mechelen),
#NAME?
knippe (Q204a Mechelen),
(= knikkeren in een ring).
knippe (Q204a Mechelen),
(= met duim en wijsvinger den knikker doen voortrollen).
knippen (Q207p Epen),
knokelen:
#NAME?
knuGələ (L377p Maasbracht),
kulsen:
koͅlsə (L269p Blerick),
kuālse (L294p Neer),
kulse (L322p Haelen, ...
L322p Haelen,
L332p Maasniel),
kulsen (L329p Roermond),
kölschen (L385p Sint-Odiliënberg),
kölse (L295p Baarlo, ...
L381p Echt/Gebroek,
L381p Echt/Gebroek),
Kölse (L382p Montfort),
kölse (L329p Roermond, ...
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
Kölse (L271p Venlo),
költje (L387p Posterholt),
kø͂ͅlsə (L318b Tungelroy),
køͅlse (L269p Blerick),
køͅlsjə (L387p Posterholt, ...
L387p Posterholt),
køͅlsə (L295p Baarlo, ...
L330p Herten (bij Roermond),
L292p Heythuysen,
L377p Maasbracht,
L322a Nunhem,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen),
køͅlsən (L269b Boekend, ...
L269b Boekend,
L269a Hout-Blerick,
L269a Hout-Blerick,
L271p Venlo),
#NAME?
køͅlsə (L322a Nunhem),
(= knikkeren).
költje (L387p Posterholt),
(De hierna volgende jongensspelen [21-28] werden voornamelijk bedreven op de schoolspeelplaats.)
kölse (L330p Herten (bij Roermond)),
/
Kölse (L271p Venlo),
de knikkers hebben tegenwoordig allemaal verschillende namen door hun grootte, in het dialect niet meer; alleen nog in de standaardtaal. Vroeger werd hier in Thorn tegen een knikker van klei nog "mervel"gezegd. Wij deden dat op "het baenke"- een braakliggend stukje grond tussen twee huizen. , /
kölse (L374p Thorn),
jongere benaming
køͅlsə (L290p Panningen),
kleine, gekleurde knikkers van gips of gebakken klei. Ze werden gebruikt om het spelverlies mee te betalen. Daarvoor konden ook piepesjtele (stelen van Goudse pijpen) of piepemoetsjes (gebroken pijpekoppen) gebruikt worden.
køͅlsə (L291p Helden/Everlo),
niet bekend
kölse (L381p Echt/Gebroek),
niet zeker
kulsen (L268p Velden),
onbekend
kölse (L329p Roermond),
pag. 138: knikkeren, niet gebr.; men zegt kölse of mit kölse sjpele; z. köls*.
kölse (L329p Roermond),
kulsen smijten:
køͅlsə sjmītə (L290p Panningen),
kulsteren:
kölstere (L271p Venlo),
køͅlstərə (L271p Venlo),
maaien:
moaië (Q003p Genk, ...
Q003p Genk),
moͅjən (Q071p Diepenbeek),
(Maaien.)
mê`n (Q071p Diepenbeek),
pag. 16-17: Dit werd vroeger gespeeld, onderweg naar school (te voet) op het fietspaadje langs de weg. Wie begint werpt zijn knikker vooruit. De tweede speler werpt om dicht genoeg bij te komen liggen zodat hij t kan meten met n handspan [n spoeër]. Als de afstand kan gemeten worden, win je 1 knikker. Geraakt zonder te kunnen meten, is ook een knikker. Geraakt en kunnen meten is 2 knikkers. Niet geraakt en niet kunnen meten: Mis, haha. Als een speler van de andere wint begint het spel opnieuw.
mê`n (Q071p Diepenbeek),
maaien schieten:
Kom ve gón e pötsje meësjîete (of bè de meë sjîete): Kom, we gaan knikkeren.
meësjîete (Q074p Kortessem),
Termen uit het knikkerspel:
moie sjiet`n (Q071p Diepenbeek),
malen:
maale (L289p Weert),
malen (L289p Weert, ...
L289p Weert),
Ook: op maale doon.
maale (L289p Weert),
marbelen:
malbere (L271p Venlo),
molbere (L271p Venlo),
marmelen:
marmələ (L372p Maaseik),
Sub marmel.
marmele (L372p Maaseik),
marrebollen:
marrebollen (K317p Leopoldsburg),
marvelen:
mervele (L378p Stevensweert),
mervelen (L378p Stevensweert),
morvelle (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
/
mervele (L378p Stevensweert),
meisen:
maesje(knikkeren) (Q020p Sittard),
mausche (Q098p Schimmert),
mausje (Q019p Beek),
mejsje (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q031p Spaubeek),
2 speelden wij met lemen knikkers, die geverfd waren. 3 was een spelletje, waarbij een kuiltje in de grond werd gemaakt waarin je je
mejsje mit ɛne mawsj (Q031p Spaubeek),
vgl. pag. 236: Knikkeren.
mèisje (Q020p Sittard),
Zie: kénjersjpeelkes.
mèisje (Q020p Sittard),
met bommetjes spelen:
mit bumkes sjpeele (L431p Dieteren),
met de franken spelen:
spelen mit de frenk (L354p Wijchmaal),
spelen mit de vrenk (L353p Eksel),
met de frankhuiven spelen:
mit de frenkef spieele (Q121c Bleijerheide),
met de huiven doen:
meͅt də hīvə dōn (L416p Opglabbeek),
met de huiven schieten:
sjiete met de aajve (Q083p Bilzen),
Sub schieten.
met de uven sjéten (Q013p Uikhoven),
met de huiven spelen:
mèt de uve spele (Q011p Boorsem),
spelə meͅt tə yvə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
spiələ meͅt tə hāivə (Q083p Bilzen),
spy(3)̄lə mət ə y(3)̄və (L420p Rotem),
spølə meͅ də hyvə (L286p Hamont),
spølə mɛij də hy(3)̄və (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
spølə mɛtə h"və (Q095p Maastricht),
špy(3)̄lə meͅt də hyvə (Q200p s-Gravenvoeren),
het spel "met de huve speulen", /
met de huve speulen (L319p Molenbeersel),
met de keien schieten:
Zgw. sub kêe.
mèt dë kêeë sjīētë (Q162p Tongeren),
met de keien spelen:
meͅt də keͅiə spēle (Q180p Mal),
met de knikkerten spelen:
speulen met te knikkerte (L371p Ophoven),
met de kulsen doen:
(= knikkeren).
mit de kölse doon (L323p Buggenum),
met de kulsen spelen:
met də køͅlsə sjpēlə (L333p Asenray/Maalbroek, ...
L325p Horn),
met ə køͅlsə spēlə (L377p Maasbracht),
met de maaien klitsen:
klitsen met de mao.iën (Q001p Zonhoven),
met de maaien spelen:
spīlə meͅt də mōͅjə (Q003p Genk),
, /
met de maaien spelen (Q003p Genk),
met de marbels spelen:
spy(3)̄lə mət ə marbəls (L420p Rotem),
met de marmers spelen:
meͅt də moͅimərs spēle (Q180p Mal),
met de scheuten spelen:
spelen mee de scheuten (K315p Oostham),
met franken spelen:
spēlə mɛt freͅŋk (L355p Peer),
met huiven doen:
met huuve daon (L321a Ittervoort),
met huuve doon (L321p Neeritter),
(= knikkeren).
mit huve doon (Q099p Meerssen),
met huiven schieten:
met huve scheete (Q112b Ubachsberg),
met uve scheeten (Q007p Eisden),
meͅt hy(3)̄və sjētə (Q097p Ulestraten),
mit huuve sjeete (Q111p Klimmen, ...
Q115p Schin-op-Geul),
mit huuve sjeeten (Q036p Nuth/Aalbeek),
(= knikkeren).
mit uve scheete (Q016p Lutterade),
met huiven spelen:
met heiven spelen (Q072p Beverst),
met huiven sjeeten (Q188p Kanne),
meͅt høyvə sp"lə (Q095a Caberg),
mit huuve sjpieele (Q113p Heerlen, ...
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
mit huuve spiejele (Q204a Mechelen),
spele met huve (Q278p Welkenraedt),
spele met uuve (Q007p Eisden),
spīələ meͅt hīvə (L416p Opglabbeek),
Of een andere omschrijving.
mèt huive speule (Q095p Maastricht),
met kralen schieten:
mit krel sjeete (Q035p Brunssum),
met kulsen doen:
mèt kölse doon (L298p Kessel),
met kulsen spelen:
pag. 138: knikkeren, niet gebr.; men zegt kölse of mit kölse sjpele; z. köls*.
mit kölse sjpele (L329p Roermond),
met malen doen:
meͅt mālə dōn (L289b Leuken),
met marvels doen:
meͅt marvəls dōn (L374p Thorn),
met meipen spelen:
met meͅipə sjpēlə (L431p Dieteren),
met meisen schieten:
mit meisje sjeiten (Q020p Sittard),
mit meisje sjete (L432p Susteren),
schieten op knikkers die tegen de muur neergelegd zijn
mit meijsje sjijte (Q020p Sittard),
met meisen spelen:
sjpele mit meijsje (Q020p Sittard),
met scheuten schieten:
knikkeren = me scheute schiete, /
me scheute schiete (K361p Zolder),
mit knickern spielen.:
kni̯pə (Q284p Eupen),
scheutenspelen:
Sub scheu.t.
scheu.tespeele (K361p Zolder),
Védze; kuilke schie.te, sláng schie.te, muu.rke tétse.
scheu.te spee.le (K361p Zolder),
scheutschieten:
sx"tsxītə (L413p Helchteren),
scheutspelen:
vgl. pag. 157: marbelen, zie knikkeren.
scheutspeele (K318p Beverlo),
schieten:
schîe.te (K361p Zolder),
schø.tə (K314p Kwaadmechelen),
sjeete (Q113p Heerlen, ...
L427p Obbicht),
sjeite (Q020p Sittard),
sjiete (met knikkers spelen) (Q083p Bilzen),
sjisse (Q121c Bleijerheide),
sx"tə (P051p Lummen),
sxItə (P048p Halen),
sxitə (P176p Sint-Truiden),
šitə (Q158p Riksingen),
, /
scheete (Q007p Eisden),
sjeeen (Q172p Vroenhoven),
[Sub aanvullingen no. 4]
sjeite (Q020p Sittard),
Hij heeft 20 maaien gewonnen bij te schieten.
schiətə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
stuiteren:
stuiteren (L269p Blerick, ...
L269b Boekend)
|
(Kinderspelen): Knikkeren. || *Klitsen: Knikkeren, met de **klitsen spelen. || *Klitsen: Knikkeren. || / [SND (2006)] || 1. Albasten knikker; -2. Knikker met 1000 puntjes erop. || 1. Knikkeren (spel). || 1. Knikkeren. || 1. Schieten: een vorm van knikkeren, z. scheu.t (2). || 2. Knikkeren. || 2. Met de knikkers spelen. || [De jongensspelen: 22]. Knikkeren. || [Jongensspel - knikkers]: Knikkeren. || [Knikkeren]. || [Knikkerspel:] Maaien. || [Met de knikkers spelen.] [Lk 03 (1953)] || [Met de knikkers spelen]. || Albasten knikker, of knikker met 1000 puntjes erop. || benamingen in het knikkerspel [SGV (1914)] || Heette het vroeger anders? [N R (1968)] || Hoe worden (werden) de verschillende knikkerspelen genoemd? [N R (1968)] || Huiven: knikkeren. || Huiven: met de knikkers spelen. || Hüüve: Mit Murmeln, Knickern spielen. || idem [knikkeren] [SND (2006)] || Jongens spelen met de knikkers. [ZND 01u (1924)] || keischeuten [SND (2006)] || Keischeuten (ww.): knikkeren in het algemeen. || Klitsen: 1. (verouderd) Knikkeren. || Knepe: Mit Knickern oder Murmeln spielen. || knikkere [SND (2006)] || knikkeren [SND (2006)] || Knikkeren [ZND m] || Knikkeren (1). || knikkeren (klei) [SND (2006)] || Knikkeren in een slangvormige gleuf waarbij getracht werd de tegenstander uit de gleuf te schieten. Wit t eerst aan t uiteinde kwam was gewonnen. || Knikkeren met "buude"(glazen knikkers). || Knikkeren. [ZND m] || Knikkers laten rollen [druilen, trullen, dullen, reuzelen, dreutelen]. [N 88 (1982)] || Knikkerspel. || Lievelingsspel 1. [SND (2006)] || Lievelingsspel 2. [SND (2006)] || Lievelingsspel 3. [SND (2006)] || Lievelingsspel 4. [SND (2006)] || Lievelingsspel 5. [SND (2006)] || maaien = knikkers [SND (2006)] || Met de knikkers spelen. || Met knikkers spelen. || Murmelspiel. || Over het knikkerspel: het knikkeren. [N R (1968)] || schieten [SND (2006)] || Schieten, knikkeren. || Schieten: 4. Knikkeren. || Schieten; knikkeren. || Spelen met de knikkers. || Variant van het knikkeren.
III-3-2
|