33108 |
onregelmatig dorsen |
belsen:
bęlsǝ (Q162p Tongeren),
een koe(tje) en een kalfje (dorsen):
een koe(tje) en een kalfje (dorsen) (K358p Beringen, ...
L288p Nederweert,
L312p Neerpelt,
L314p Overpelt),
ǝn ku ęn ęi̯n kø̜fkǝ (L320a Ell, ...
L321p Neeritter,
L318b Tungelroy),
ǝn ku ęn ǝn kēfkǝ (L432p Susteren),
ǝn kukǝ ęn ǝn kø̄fkǝ (L320c Haler),
ǝn kǫu̯kǝn ęn ǝn kalfkǝn (L413p Helchteren),
een ooi met een lammetje (dorsen):
ǝn ǫu̯ mēt ǝ lɛmkǝ (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
even dorsen:
ɛfkǝs dǫrsǝ (K357p Paal),
fletsen:
fletsen (L426z Holtum, ...
L370p Kessenich),
geen maat houden:
gęi̯n [maat houden] (Q022p Munstergeleen),
geen slaghouden:
gen [slaghouden] (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
genǝ [slaghouden] (L429a Berg, ...
Q071p Diepenbeek,
L286p Hamont,
Q112b Ubachsberg),
ge̜i̯nǝ [slaghouden] (L317p Bocholt, ...
L360p Bree,
L371a Geistingen,
Q009p Maasmechelen,
L294p Neer),
ge̜nǝ [slaghouden] (Q198b Oost-Maarland, ...
Q178p Val-Meer),
heller en stiller slaan:
hęlǝr ęn stelǝr slun (Q004p Gelieren Bret),
kalfjes maken:
kalfkǝs makǝ (L282p Achel),
kalfjes slaan:
kɛlǝfkǝs slǭǝn (K278p Lommel),
klapdorsen:
klapdorsen (L215p Blitterswijck),
kletsen:
kletsen (P044p Zelem),
melken:
milǝkǝn (Q101p Valkenburg),
met een kuusje (vakentje) dorsen:
met een kuusje (vakentje) dorsen (L289a Hushoven),
ongelijk slaan:
ǫngǝlik slǭn (L269p Blerick),
roffelen:
rufǝlǝ (P222p Opheers),
schaapjes dorsen:
schaapjes dorsen (L271p Venlo),
tetsen:
tetsen (P044p Zelem),
trompen:
trumpǝ (Q033p Oirsbeek, ...
Q111q Ransdaal),
tumpǝ (Q111q Ransdaal),
zacht en hel (dorsen):
zax ęn hɛl (Q096d Smeermaas)
|
Nu eens hard en dan weer zacht slaan. In de vraag was de suggestie opgenomen: "kalfkes maken; met een kuuske en een kalfke dorsen". Voor de fonetische documentatie van de uitdrukking slaghouden, zie het lemma ''maat houden bij het dorsen'' (6.1.3). [N 14, 14a]
I-4
|