26560 |
opdraaien |
aftreden:
ǫftrēǝn (Q071p Diepenbeek),
duwen en trekken:
dywǝ ɛn trękǝ (L368p Neeroeteren),
opdraaien:
opdraaien (L270p Tegelen),
op˱drɛ̄jǝ (L163p Ottersum),
ǫp˱drɛjǝ (L321a Ittervoort),
optreden:
ǫptrēǝn (Q071p Diepenbeek),
treden:
trēǝn (P057p Kuringen, ...
P056p Stokrooie)
|
Bij het ophijsen door middel van de steenreep met handen en voeten het groot rad in beweging brengen met behulp van de op de velg bevestigde pinnen. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛsteenreepɛ.' [Vds 215; Jan 192] || Onder toevoeging van klei het op zijn kop op de schijf geplaatste werkstuk een nog hogere of bredere vorm geven. [N 49, 33b]
II-3, II-8
|