e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
persoon die altijd op de hort is bammelschort: ’t is en bammelschort (Leunen), boemelder: vgl. Van Dale: boemelaar [Du. Bummler].  een bummelder (man) (Vlodrop), boemeleskerel: een bommeles kael (man) (Vlodrop), jakkerd: eine jakkert (Hunsel), jakschans: ein jaksjans (Hunsel), jaksjees: un jak sjiees (Weert), jats: ən jaots (Putbroek), jatser: = vrouw die steeds maar op pad is  een jatsər (Wijlre), jatserd: ene jatserd (Ulestraten), ənə jaotsərt (Putbroek), jatsmarie: bijnaam  jatsmerie (Hunsel), jatsprij: zij is een jatsjpriej (Spaubeek), jatsvot: ən jaotsvot (Putbroek), joetsbeest: ein joetsbees (Vlodrop), klabats: ’t is en klabats (Wanssum), loopschans: ein loupsjans (Herten (bij Roermond)), loperd: ene luiperd (Ulestraten), plaat: tevens kletswijf  ein plaat (Vlodrop), richtige schop: ’t is een richtigə schuup (Meterik), rots: ’n roets (Wanssum), waswijf: #NAME?  een waswief (Stevensweert), tevens kletswijf  ei wesjwief (Vlodrop) Uitdrukking voor: veel weg zijn; dikwijls niet thuis wezen (een dergelijke uitdrukking wordt vaak gebruikt van huisvrouwen en is wat afkeurend. Men bedoelt dan: ze hoorde voor het huishouden te zorgen, maar ze is te vaak weg om dat goed te doen) [DC 28 (1956)] III-3-1