24767 |
ratelaar |
beursjeskruid:
(bij de plantbeschrijving is boven rhinanthus minor toegevoegd: major). cf Heukels 11
beuzekenskruid (P219p Jeuk),
breukeling:
brø̄̄kǝleŋ (L291p Helden
[(idem)]
, ...
L290p Panningen
[(steen met een scheur)]
),
brosse brik:
brǫsǝ brek (Q111p Klimmen),
doofnetel:
eigen spelling
daufnetel (L386p Vlodrop),
een doffe:
nǝ dǫf (P176p Sint-Truiden),
geel portemonneetje:
(bij de plantbeschrijving is boven rhinanthus minor toegevoegd: major)
gele porte-moneetje (P219p Jeuk),
gescheurde steen:
gǝšø̜̜̄̄rdǝ štęjn (L322a Nunhem),
kanarietje:
WLD ook wel
kanarietje (Q015p Stein),
kleine ratelaar:
zelfde
kleine ratelaar (L381p Echt/Gebroek, ...
L381p Echt/Gebroek),
kousje:
kuiske (Q098p Schimmert),
idiosyncr.
kuiske (L374p Thorn),
WLD
kousje (Q015p Stein),
pad:
pat (K359p Koersel
[(slecht gebakken stenen die in het midden dikker zijn - meervoud: padǝ)]
),
rammelaar:
rammeleer (L383p Melick),
-
rammelèr (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree),
rammelaartje:
WLD
râmmelĕĕrkes (Q098p Schimmert),
rappe steen:
rapǝ štęjn (L322a Nunhem
[(zonder klank door te vlugge afkoeling)]
),
ratel:
raoətəl (Q071p Diepenbeek),
(bij de plantbeschrijving is boven rhinanthus minor toegevoegd: major)
ratelen (P219p Jeuk),
ratels (P219p Jeuk),
rotel (P219p Jeuk),
-
ratel (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
rhinanthus
raatel (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
WBD/WLD = ratelaar
raatələ (L417p As, ...
L417p As),
ratelaar:
ratelaar (Q201p Wijlre),
rātǝlēr (Q095p Maastricht
[(meervoud: rātǝlērǝ)]
),
-
ratelaar (L318b Tungelroy, ...
L318b Tungelroy),
ratelaers (L378p Stevensweert, ...
L378p Stevensweert),
ratelear (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
ratelèr (Q103p Berg-en-Terblijt, ...
Q103p Berg-en-Terblijt),
ɛrotəɛleər (Q071p Diepenbeek, ...
Q071p Diepenbeek),
eigen spellinsysteem leeft in symbiose = woekert met een andere plant
retalaar (L265p Meijel),
WBD/WLD
ratəléér (Q014p Urmond),
WLD
rāātəleer (Q095p Maastricht),
ratelaartje:
(bij de plantbeschrijving is boven rhinanthus minor toegevoegd: major)
rateleerkens (P219p Jeuk),
ratelbloem:
eigen spellingsysteem
rateblome (L320a Ell),
rateltje:
WLD
raatelkes (L331p Swalmen),
rotte brik:
rǫtǝ brek (Q083p Bilzen),
rotte steen:
rǫtǝ štęjn (L322a Nunhem),
ruis:
rūš (L291p Helden
[(slecht gebakken baksteen)]
),
schoentje:
schuŭntje (L216p Oirlo),
WLD
schoentje (L382p Montfort),
sjeunkes (L300p Beesel),
schrot:
šrǫt (L372p Maaseik),
uitschrot:
ūtšrǫt (L290p Panningen),
vogelbekje:
(bij de plantbeschrijving is boven rhinanthus minor toegevoegd: major)
vogelbekskens (P219p Jeuk),
wikke:
wikke (L318b Tungelroy),
zoete steen:
zȳtǝ stijǝn (P047p Loksbergen)
|
Kleine ratelaar (rhinanthus minor 10 tot 40 cm groot. De stengels zijn niet of weinig vertakt; de bladeren groeien kruisgewijs, zijn smal en gezaagd. De bloemen staan in korte trossen, de kroonbuis is recht en geel, de bovenlip heeft zeer kleine witte o [N 92 (1982)] || kleine ratelaar (Rhinanthus minor L.) [DC 60a (1985)] || ratelaar [N 92 (1982)] || Steen zonder klank, zeer breekbaar en veelal met scheuren erin. Volgens Coopman (pag. 64) wordt de term ratelaars altijd gebruikt samen met rammelaars. [N 98, 169; monogr.; N 31, 14 add.; N 30 add.]
II-8, III-4-3
|