24897 |
schemeren |
avond worden:
⁄t wurt oavent (L432p Susteren),
de schemer houdt al:
də sxémər haytal (K357p Paal),
deemsteren:
diemsteren (L368p Neeroeteren),
t diemstert (L422p Lanklaar, ...
L372p Maaseik),
demeren:
Osp.
deêmere (L288a Ospel),
donker worden:
dónker wéére (L265p Meijel),
men kent wel het bovengenoemde!
’t wèèrd dónker (L384p Herkenbosch),
onbekend. Wel: het wordt donker.
twyrdoŋkəl (L372p Maaseik),
duister worden:
⁄t wuurt duuster (Q039p Hoensbroek),
duisteren:
deisteren (P056p Stokrooie),
grauw worden:
’t begint grauw te wèère (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
men kent wel het bovengenoemde!
’t wèèrd grauw (L384p Herkenbosch),
grauwen:
het begint al wa te grauwen (L286p Hamont),
yroͅ:wə (L210p Venray),
’t begintj te grawwe (L288a Ospel),
⁄t grouwe (L434p Limbricht),
het grauwen
t ràwə (L416p Opglabbeek),
het grouwt (werkwoord)
’t gràuwt (L422p Lanklaar),
half verlicht:
half verlicht (L216p Oirlo),
halfdonker:
halfdonker (Q039p Hoensbroek),
het is aan het schemeren:
Geen zelfstandig naamwoord; enkel het werkwoord wordt gebruikt.
(h)et ès an`t scheemere (Q002p Hasselt),
het schemert me voor de ogen:
’t sjeemert mich veur de auge (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
⁄t skimərt vər mən ougə (P188p Hoepertingen),
#NAME?
ət šemərt max foͅr gən owe (Q247p Sint-Martens-Voeren),
donker worden.
⁄t begos te sjemere veur m⁄n ōge (Q187a Heugem),
duizelieg.
het sjemert mig veur mien auge (L429p Guttecoven),
duizelig worden
’t sjiemert me vurde oe:ege (L265p Meijel),
Gezegd als het licht of een kleur te sterk voor de ogen is.
et sjeemertj mich (veur de auge) (L322p Haelen),
Nb. = niet in verband met het weer nl. sterretjes zien.
sîmərə vyrdən(dèin)oͅugə (L372p Maaseik),
t draait me voor de ogen, zo "misselijk"ben ik.
het sjeemert mich veur de auge (L383p Melick),
Wel bij bovenvermelde, maar niet bij scheiding tussen dag en avond. Toch is dit verschil erg vaag.
’t sjeemerde mich vör de auge (L290p Panningen),
in de schemeren zitten:
in de sjemere zitte leecht gedeil’telik aafsjèrme (L270p Tegelen),
retemieren:
Ja, als twee of meer mensen tussen licht en donker in n kamer rustig bij elkaar zitten
ze zitten te retemieren (L270p Tegelen),
schemeren:
et sjeèmert (Q039p Hoensbroek),
het begint te sjiēëmere (Q039p Hoensbroek),
scheemert (L269a Hout-Blerick),
scheimere (Q083p Bilzen),
schemere (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L431p Dieteren,
L431p Dieteren,
L246p Horst,
Q095p Maastricht,
L268p Velden,
L210p Venray),
schemere (schemerlempke) (L216p Oirlo),
schemeren (L269p Blerick),
schemert (L271p Venlo),
schēmere (Q098p Schimmert),
schiemere (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
Q118p Schaesberg,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
schiemeren (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
schieëmere (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
schiëmere (Q113c Vrusschemig),
schiëmeren (Q035p Brunssum),
schīemere (Q121c Bleijerheide),
schjemeren (Q020p Sittard),
schèèmere (L326p Grathem),
schémere (Q204a Mechelen),
sjeemere (L327p Beegden, ...
L265p Meijel,
L383p Melick,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy),
sjeemerə (L429p Guttecoven),
sjeemərə (Q095p Maastricht, ...
L265p Meijel),
sjemer (Q015p Stein),
sjemere (L320a Ell, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
L427p Obbicht,
L329p Roermond,
L432p Susteren,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy),
sjēmere (L417p As),
sjiemere (Q095p Maastricht, ...
Q112z Ten-Esschen/Weustenrade,
Q113a Welten),
sjiemero (L265p Meijel),
sjieëmere (Q119p Eygelshoven),
sjieë⁄mere (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
sjiĕmərə (Q117p Nieuwenhagen),
sjīēmere (L417p As),
sjmemere (L322a Nunhem),
sjîêmere (Q039p Hoensbroek),
sjîênərə (Q113p Heerlen),
sxemərə (Q078p Wellen),
sxē.mərə (Q002p Hasselt),
sxiəmərə (P047p Loksbergen),
sxèmərə (K358p Beringen, ...
P055p Kermt),
sxémərə .. (K358p Beringen),
sxɛimərə (P176p Sint-Truiden),
sɛmərən (L421p Dilsen),
šemərə (Q247p Sint-Martens-Voeren),
šē.mīren (L360p Bree),
šieͅmərə (Q079a Wintershoven),
šīmərə (L416p Opglabbeek),
tsxemərt (Q078p Wellen),
ut schemert (L269p Blerick),
veer zitte nog get te sjeëmere (Q196p Mheer),
zit gèr te schjemeren (Q020p Sittard),
ət sxēmərt (L422p Lanklaar),
’sjemere (L299p Reuver),
’t begint gauw te sjeeͅmere (L331b Boukoul, ...
L331b Boukoul,
L331p Swalmen,
L331p Swalmen),
’t begint te schiemere (L192p Bergen),
’t begint te sjemeren (L290a Egchel),
’t sjeemertje (L320a Ell),
’t sjemert (L377p Maasbracht, ...
L294p Neer),
’t sjemert al vreug dees daag (L329p Roermond),
’t sjiemerjt (L330p Herten (bij Roermond)),
⁄t begint te sjeemere (Q020p Sittard),
⁄t schemert (Q098p Schimmert, ...
Q101p Valkenburg),
⁄t schjemert (Q117p Nieuwenhagen),
⁄t sjeemert (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
⁄t sjemert (Q095p Maastricht, ...
Q020p Sittard,
Q014p Urmond),
⁄t sjîêmert (Q039p Hoensbroek),
#NAME?
schemeren (P049p Donk (bij Herk-de-Stad), ...
Q095p Maastricht,
L427p Obbicht,
Q101p Valkenburg),
shiemere (Q121p Kerkrade, ...
Q095p Maastricht),
sjemere (L377p Maasbracht, ...
L386p Vlodrop),
sjīēmere (Q117a Waubach),
sxijəmərə (Q002p Hasselt),
sxīəməri (Q002p Hasselt),
⁄t sxēmərt (P046p Linkhout),
(bie ei schemerlempke).
schemeren (L289p Weert),
(bij het opgaan van de zon gezegd als er nog weinig licht is): t sjeemert.
sjeemere (L434p Limbricht),
(in de schemer zitten)
sjeimeren (Q204a Mechelen),
(overgang van licht naar donker)
sxémərən (K278p Lommel),
(s morgens en s avonds).
sjēmere (L417p As),
(t wordt dag/nacht).
⁄t sjieemert (Q121c Bleijerheide),
1) het vallen van de avond 2) rustig en stil in de schemering zitten
sjemeren (Q031p Spaubeek),
1) overgaan van licht naar donker. 2) s avonds alleen de schemerlampen aanhebben in de kamer.
sjemere (L270p Tegelen),
= gezellig bij elkaar zitten (rond de kachel bijv.) voordat de lamp (petroleumlamp) AANGESTOKEN werd. Andere uitdrukkingen (zie bijlagen): - gréllig wa@r = regen en vrij harde wind. - et raengelt dét et zeik//et güt = harde regen. - waaterkaat = koud wee
sjeemere (L332p Maasniel),
= hij bloost (vergelijk de studentenuitdrukking: Hij kachelt = Hij bloost
he schiemert (Q121p Kerkrade, ...
Q095p Maastricht),
= in de schaduw (schieëmer = schaduw) gaan zitten; ook schieëm = schaduw.
schieëmere (Q113p Heerlen),
= schemeren, b.v. als de avond begint te vallen en als je s avonds in t halfdonker zit.
schemere (L329p Roermond),
= stralen, schitteren
šímərə (Q176a Ketsingen),
als het donker wordt.
sjeemere (L381p Echt/Gebroek),
Als het na donker iets licht wordt.
et begintj te schemeren (L288a Ospel),
als het nog niet helemaal donker is zonder licht zitten.
sjemere (L331p Swalmen),
Als het s avonds donker begint te worden!
’t sjemert (L270p Tegelen),
als ¯t Nederl.
schemeren (L268p Velden),
bij morgen en avond.
sjemere (L378p Stevensweert),
d.w.z. t wordt stilaan avond.
⁄t sjeëmert al (Q196p Mheer),
dat is als de overgang s avonds van licht naar donker plaats heeft.
schiemere (Q117p Nieuwenhagen),
dit is t laatste daglicht - vlak voor t vallen v.d. avond
schiemeren (Q098p Schimmert),
Dit woord wordt gebruikt bij t vallen van de avond.
sjiemere (Q193p Gronsveld),
Dit wordt wel gebruikt als men nog even in het halfdonker wil zitten.
ja (schemeren) (L271p Venlo),
donker worden
sxiəmərə (Q002p Hasselt),
donker worden, ook figuurlijk
šēͅmərə (Q012p Rekem),
Donker worden.
schaemere (L266p Sevenum),
donker worden.
schemere (L268p Velden),
schemeren (L329p Roermond),
schiemeren (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
sxémərə (K317p Leopoldsburg),
Doorgaans wordt hiervoor het werkwoord gebruikt.
ṣymərə (L423p Stokkem),
duister worden (zelden gebruikt).
šémərə (L317p Bocholt),
het begint avond te worden
⁄t šžümərt (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
het begint licht of donker te worden
sjemere (Q100p Houthem),
Het naamwoord wordt niet gebruikt.
ət bəgint tə sxēmərə (P050p Herk-de-Stad),
Het sjummerde mich väör de ouge.
sjummere (L381p Echt/Gebroek),
het vallen van de avond
šēͅmərə (Q209p Teuven),
het wordt donkel
šeͅmərt (Q011p Boorsem),
Hieronder verstaan we: het gezellig bijelkaar zitten tussen licht en donker. Bv. "Laot ôs nag get blieve sjemere". (Maak nog maar geen licht aan). "Weej sjemere gaer". (Zitten graag tussen licht en donker). Enkele zegswijzen, betrekking hebbend op of verband houdend met het weer: "Friedigs waer - Sôndigs waer"Zoals t weer op Vrijdags is, zo zal t ook de daarop volgende Zondag zijn. "Bläoskes op t water - nag 3 daag raege""t raegent aaj wiever"(oude wijven) Buitengewoon zware regenbui. "De zôn kiek mig zoë verneukerig (bedrieglijk) Ze schijnt wel, maar meent er niets van; er zal wel regen komen. "Op dae vent kèns-se net zoë vuël op aan as op t waer"n Volkomen onbetrouwbaar persoon. "n Gezig wie zeve daag raegen"n Nors, stuurs en ontevreden gezicht.
sjemere (L270p Tegelen),
i.e. de schemering.
t schemert (Q002p Hasselt),
in de schemerdonker zitten (zonder licht)
sjemeren (Q095p Maastricht),
in de vooravond zonder licht in de kamer zitten.
sjemere (L426p Buchten),
In het halfdonker zitten.
schiemere (L289p Weert),
in overgang tussen licht en donker doezelend rond kachel zitten
sjeemere (Q032a Puth),
in t donker zitten
sjeemere (Q014p Urmond),
Langzaam donker worden.
sjemeren (L290a Egchel),
men kan moeilijk zien zonder verlichting en toch is het niet donker
⁄t sxemərt (Q078p Wellen),
met het woord schemeren wordt aangeduid, wanneer mensen s avonds in hun huiskamer zitten met "veel"schemerlampen aan en de gordijnen open!!
schemeren (Q016p Lutterade),
Nb. 1: Een andere betekenis van "sjeejmere"is niet helemaal (geestelijk) normaal zijn. Bijv. "t sjeejmert m al ei bitje"= je moet hem niet voor 100% nemen, hij haalt alles door elkaar. Nb. 2: "sjeejmere"wordt ook gebruikt in de betekenis van: iets duidelijk worden, een licht op gaan, langzaam begrijpen. Bijv. Toen begoor t mich te "sjeejmere"= Toen werd het mij duidelijk.
sjeejmere (L428p Born),
Nb. dit is gezellig samen zitten in de schemer.
sjeemere (L387p Posterholt),
Nb. worden beiden door elkaar gebruikt. B.v. ut schiemert; vier zitte te schemere.
schemeren (Q095p Maastricht),
Nb. worden beiden door elkaar gebruikt. B.v. ut schiemert; vier zitte te schiemere.
schiemeren (Q095p Maastricht),
Nb. wordt ook figuurlijk gebruikt. t begint mich te sjeemere (t wordt me hoe langer hoe meer onduidelijk.
sjeemere (L329p Roermond),
Nb. wordt t overgaan van licht naar donker genoemd. Men zegt ook "Hae zit get te sjeejmere": In de vroege avonduren wat zitten te praten of gewoon niets te doen.
sjeejmere (L428p Born),
nog wat in t donker blijven zitten voor het licht wordt aangemaakt
sjemere (Q014p Urmond),
opkomen v.d. zon s morgens
šeͅmərə (Q093p Rosmeer),
Opm. dit is oud Venrays!
schieëmere (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
overgaan van licht naar donker en omgekeerd
snèwərə (K278p Lommel),
overgang van licht naar donker of omgekeerd. Verder: het sjéemere mich veuur de ooge.
sjiemere (Q033p Oirsbeek),
overgang van licht naar donker.
het schemert (L210p Venray),
rond de kachel zitten
schemeren (Q020p Sittard),
s avonds bij elkaar zitten met weinig licht, hoogstens schemerlampjes.
sjemere (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
scheimeren (tussen licht en donker verkeren)
sxeͅimərə (P050p Herk-de-Stad),
schemere
sxēͅmərə (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
schemere - bewegen van schaduw
šēmərə (L371p Ophoven),
schemere: donker worden of klaor worden (telkens grenssituatie wordt altijd onpersoonlijk gebruikt
šemərə (Q096c Neerharen),
schemeren
sxēͅmələ (P048p Halen),
schemeren (als het s morgens licht wordt)
šīəmərə (L416p Opglabbeek),
schemeren is de overgang van dag naar nacht.
schemeren (L269p Blerick),
schemeren.
sxémərə (K318p Beverlo),
schemeren: Bijzonder op de dorpen "sjemerde"men aan dn aovend veul. Dan zaten in de "sjheim", de mannen voor de poort en bespraken dan de dorpspolitiek; of de vrouwen zaten op de "luif"(binnenplaats van het boerenerf) en kletsten over de bijzonderheden van het dagelijks gebeuren, in hun dorp viel de duisternis in, trok men naar binnen
sjemere (Q020p Sittard),
schimmeren; het overgaan van licht naar donker
sxemərə (Q156p Borgloon),
schimmeren; wordt gezegd van iets blinkends wat men s nachts ziet
sxeməren (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
sjeemere - donker worden
šēmərə (L423p Stokkem),
sjemere
šēmərə (L423p Stokkem),
sjiemere
šī(ə)mərə (Q071p Diepenbeek),
sjimere:- vallen van de avond - opkomen van de dag
šemərə (Q077p Hoeselt),
sjimmere: het begint donker te worden
šemərə (Q077p Hoeselt),
sjimmeren
šĕmər⁄n (Q071p Diepenbeek),
steeds gebruikt als zelfstandig nw. in betekenis van het vallen v.d. avond.
schemere (K314p Kwaadmechelen),
t begint donker te worden
schemeren (Q020p Sittard),
t begon al iets te schemeren.
’t begos al get te sjemere (L325p Horn),
t invallen van den avond. sjeemerlicht (s morgens).
sjeemeren (L332p Maasniel),
t schemert
tšemərt (Q096d Smeermaas, ...
Q096d Smeermaas),
t schemert (valavond) = het is aan het donker worden
ət šēmərt (L420p Rotem),
t schiemert me voor de ogen, afwisselend schitteringen en donkerte voor de ogen - het beeld gaat weg en komt weer
šimərə (Q162p Tongeren),
t schimmert, t schemert: opkomen van de dag
t šemərt (Q076p Romershoven),
Tijdens de overgang van licht naar donker bij de schijnende kachel zitten, zonder licht te ontsteken.
sjeemere (L318b Tungelroy),
Tussen licht en donker in een kamer rustig verblijven.
schemeren (L271p Venlo),
tussen licht en donker.
schemeren (L269a Hout-Blerick),
sjiemere (Q193p Gronsveld),
van leeg nao dònker; s aovens met klein lampe kèpkes aon zitten.
sjemeren (Q104p Wijk),
van licht naar donker overgaan
šeͅmərə (Q178p Val-Meer),
Vb. In de vooravond van de winteravonden zit het boerengezin - voordat de lamp aangaat - te "sjeemere".
sjeemere (L292p Heythuysen),
vb. met spiegel de zon in iemands ogen weerkaatsen
sxēͅmərə (Q156p Borgloon),
voor licht dat doorschijnt. het sjemert mig veure ouge; sjeem = schaduw.
sjimmere (L382p Montfort),
vur de oeëge sjiemmere, voor de ogen schemeren
sjiemmere (L265p Meijel),
wanneer het donker begint te worden
sxeͅmərə (P218p Borlo),
weinig gebruikt = schemeren (waarschijnlijk noordelijk invloed)
šeͅmərə (Q095p Maastricht),
Wordt gebruikt voor zon duistering, dat men de lamp moet aansteken.
schīēmere (Q028p Jabeek),
wordt gebruikt zoals vermeld bij vraag 49!
sjieëmere (Q097p Ulestraten),
zalig niets doen totdat t licht aangaat; in de winter extra lang om licht te sparen bij t vuur v.d. haard.
schiemeren (Q198b Oost-Maarland),
zelfde gebruik als schemering in t ABN.
schemeren (Q105p Heer),
schijnen:
B.v. de schémerlamp schémêrt.
schijnen (schienen) (L373p Roosteren),
tussen dag en avond:
tussen dag en avond (Q113c Vrusschemig),
tussen licht en donker:
tösse leecht en dónkel (L374p Thorn),
vallen van de avond:
⁄t valle van de aovend (Q098p Schimmert)
|
aanbreken van de dag || donker worden [duisteren] [N 91 (1982)] || het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)] || Hoe heet de schemering (de tijd voor het donker wordt) ? [ZND 42 (1943)] || schemeren [ZND m], [ZND m], [ZND m] || schemeren; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] || schemering, de overgang van licht naar donker [grouwe, griebelegrouwe] [N 22 (1963)]
III-4-4
|