e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoepen afstropen: aafsjtruipe (Herten (bij Roermond)), aafstruipe (Blerick, ... ), afsjtreupe (Wijlre), batteren: baddere (Itteren), beesterij uitsteken: biesterei utsteke (Stal), bredjes: brē̜tjǝs (Sint Odilienberg), de boel op stelten zetten: de boel op stelte zette (Genk), door de bossen gaan: bös = bossen  dór de bös gaoën (Kaulille), jaloeziebreder: šaluzęjbrēǝr (Bleijerheide), jatsen: jatzen (Eigenbilzen), kattenkwaad uithalen: Ruimer.  kattekaod óuthale (As), kattenkwaad uitsteken: kattekoowet oetsteken (Eksel), kwajongensstreken uithalen: kojjoengestriëke authaole (Bilzen), lamellen: lamɛlǝ (Posterholt), latjes: lɛtšǝs (Bilzen), loeren: loere (Montfort), ondeugd uithalen: ondyəx ūthoͅalə (Eys), onnuttigheid uithalen: ónnèttigheid óuthale (As), op guss (du.) gaan: op joesj joa (Kerkrade), petten (zn.mv.): pette (Jeuk), plankjes: plɛŋkskǝs (Bilzen), rabatsen: rabatse (Ell), rondbrakken: rondbraGe (As), rondhossen: rondhosse (Bilzen), rondjakken: rontjakə (Bree), rondranen: Maar niet met kwade bedoelingen, wel "otiosus"!.  ró.ntraane (Zolder), rondschooien: rondsjoeje (As), rondschuimen: ront sjy(3)̄mə (Meijel), rondstruinen: ronkstruime (Maasbree), rotzooien: rōzōjə (Swalmen), schoepen: schaepe (Schimmert), schobben (Eksel), schoepe (Meerlo), schupe (Oirlo, ... ), schuupe (Sevenum, ... ), sjoepe (Meijel, ... ), sjuupe (Schimmert), sxupǝ (Ottersum), sxūpə (Venray), schooieren: sjoojere (Mheer), schuimen: schumen (Montfort), schuume (Blerick, ... ), sjume (Tungelroy), sjuume (Kapel-in-t-Zand, ... ), sjuumen (Kesseleik), sjy(3)̄mə (Beesel, ... ), schuine plankjes: sxø̜̄n plãŋskǝs (Tessenderlo), sluipen: sloepen (Stein), springen: sjpringe (Roermond), streken (zn.mv.): streike (Jeuk), stropen: sjtr"pə (Amstenrade, ... ), sjtreupe (Oirsbeek, ... ), sjtruine (Swalmen), sjtruipe (Klimmen, ... ), sjtrøpə (Brunssum), sjtrøypə (Susteren), str"pə (Gennep), stroͅypə (Maastricht), struepe (Oirlo), struipe (Blerick, ... ), struipen (Maastricht), strøypə (Venlo), strø͂ͅpə (Terlinden), struinen: struune (Weert), struunen (Born), vagebondentoeren (zn. mv.): vooëgebonte-toere (Vorsen), varkensstreken uithalen: verrekes streek oewthoalen (Achel), verraastoer (zn.): veroas toer (Eigenbilzen), {z. toel.}: (sjoeppe = stelen)  / (Bilzen) met een groep jongens door het veld, de bossen trekken met kwaad in de zin [schupen] [N 112 (2006)] || Met een groep jongens door het veld, de bossen trekken met kwaad in de zin [schupen]. [N 88 (1982)] || Plankjes van 12 √† 15 mm dikte die in de slagluiken zijn bevestigd. Zij zorgen ervoor dat men in gesloten stand van de blinden de kamer nog kan luchten. De schoepen zijn zo geplaatst dat inregenen wordt voorkomen en het naar binnen kijken wordt belet. [N 55, 68] II-9, III-3-2