e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schuifmaat maatje: miǝtšǝ (Bilzen), maatlatje: mǭtlɛtjǝ (Maasbree), meetlat: meetlat (Lommel), mę̄tlat (Bilzen), schieblehre: šīplēr (Kerkrade), schoenmaat: schoenmaat (Zonhoven), schuiflat: šājflat (Bilzen), schuifmaat: schuifmaat (Jeuk), sxyfmǭt (Heijen, ... ), sxȳfmǭt (Ottersum), sxø̜̄fmōt (Loksbergen), šȳfmoas (Bleijerheide), šȳfmǫas (Kerkrade, ... ), šȳfmǫat (Heerlen), šȳfmǭt (Dilsen, ... ), šø̜jfmǭt (Maastricht, ... ), šūfmǭt (Helden, ... ), schuifpasser: šęjfpɛsǝr (Eigenbilzen), verdiktepasser: vǝrdekpasǝr (Bevingen), vernier: vǝrnīr (Bilzen), voetmaat: vōtmǭt (Montzen, ... ) Een apparaat van hout met twee opstaande latjes waarmee men de lengte van de voet meet. Van de twee opstaande latjes is er één opklapbaar en verschuifbaar. Dit plaatst men tegen de teen. Het andere staat vast; hiertegen wordt de hiel geplaatst. [N 60, 152a; N 60, 152b] || Metalen maatstok met een vast en een verschuifbaar deel om in- en uitwendige maten van werkstukken op te nemen. Het vaste en het schuifbare deel van het werktuig zijn beide van een bek voorzien waarmee een werkstuk omklemd kan worden. Op het beweegbare deel is een schaalindeling aangebracht en soms ook op het vaste deel. In het laatste geval kan tot op tienden of twintigsten van een millimeter nauwkeurig worden opgemeten. Zie ook afb. 86. [N 33, 267] II-10, II-11