e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sjacheraar aftroggelaar: ps. omgespeld volgens Frings.  āftregəlīr (Hasselt), afzetter: enne aafzetter (Klimmen), bedrieger: ene bedreeger (Oirsbeek), enne bedreeger (Klimmen), ps. omgespeld volgens IPA.  bədrēͅəgər (Rotem), bezeiker: bezijker (Heugem), bezeiklap: bezeiklap (Guttecoven), duistere, een ~: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  enne dūūsterre (Klimmen), foetelaar: eine foeteléér (Limbricht), ene foetelaer (Oirsbeek), fōēëteleer (Hoensbroek), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  foeteleer (Welten), ps. omgespeld volgens Frings.  futəlēr (Sint-Truiden), fūtəleͅr (Teuven), gehaaide, een ~: gehajde (Klimmen), gewieksde, een ~: gewieksde (Klimmen), hoetelaard: hoetelert (Nederweert, ... ), hoêtelert (Weert), vgl. Weerlands Wb.2 (pag. 140): hoêtelert (WB), sjacheraar. NO: hoetelert.  hoetelert (Boeket/Heisterstraat), jood: jud (Limbricht), ps. omgespeld volgens Frings.  jyd (Opglabbeek), jyt (Opglabbeek), nə jyd (Peer), keizer: ps. omgespeld volgens Frings.  kēͅzər (Hoeselt), koetelaar: koeteleir (Susteren), koetelĭĕr (Neer), ps. omgespeld volgens Frings.  kudəleͅr (Teuven), luiszak: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  lōēszak (Klimmen), onbetrouwbaar (bn.): onbetroebaar (Sittard), oplichter: opliegter (Heugem), patser: patser (Maastricht), puit: ⁄n poet (Milsbeek, ... ), sjachelaar: eine sjacheléér (Limbricht), ene sjacheleer (Maastricht), schacheleer (Heerlen), schacheléér (Hoensbroek), sjachelaer (Born, ... ), sjacheleer (Heerlerheide, ... ), sjacheleir (Susteren), sjacheler (Sevenum, ... ), sjacheleèr (Weert, ... ), sjachelieēr (Ell), sjachelieër (Neeritter), sjachelīēr (Tungelroy), sjachelĭĕr (Neer), sjacheläer (Heerlen), sjachelèer (Kinrooi), sjachelèr (Mesch), sjachelèèr (Puth), sjacheléér (Baarlo, ... ), sjachelêèr (Geulle), sjachelîêr (Beegden, ... ), sjachəlaer (Holtum), sjaggelèèr (Mechelen), sjàcheléér (Wijk), ènne sjachelaer (Tegelen), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssysteem Veldeke, maar met een vraagteken erachter; de lijst is gewoon in het "Nederlands"ingevuld en heb het daarom maar letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  sjachelaer (Ulestraten), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  sjachelèr (Eijsden), Opm. ook vaak in de betekenis van n "geslepen"koopman.  sjachelair (Schimmert), ps. letterlijk overgenomen.  sjacheli̯èèr (Echt/Gebroek), ps. niet omgespeld! Boven de ë staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken/om te spellen.  sjachelĭër (Heythuysen), ps. omgespeld volgens Frings.  nə šaxəlīr (Hasselt), saxəlēͅr (Maaseik), sjagəlɛ̄r (Lommel), sjāxəlei̯ər (Zolder), sxaxəlēr (Rummen), šaxəlēər (Diepenbeek, ... ), šaxəlēͅr (Bree, ... ), šaxəlēͅər (Lanklaar), šaxəleͅr (Hoeselt, ... ), šaxəlijər (Hasselt), šaxəlir (Lummen), šaxəliər (Diepenbeek), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de a met een rondje erboven staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling.  šaxəleͅr (Ketsingen), ps. omgespeld volgens Frings. Het -tekentje heb ik letterlijk overgenomen.  ⁄šaxəlēͅr (Neerpelt), ps. omgespeld volgens Frings. Onder de a staat nog een rondje; dit heb ik niet meegenomen in de omspelling. Misschien bedoelt invuller een "a met een rondje erboven"(en dus omgespeld: a)?  šaxəlēͅr (Bocholt), ps. omgespeld volgens IPA.  šaxəlēͅr (Achel, ... ), šaxəleͅr (Tongeren), šaxəlɛ̄r (Rotem), sjachelder: enne sjòòchelder (Panningen), sjachelder (Vlodrop), sjachelman: ps. letterlijk overgenomen.  sjachelmān (Egchel), sjacheraar: eine sjacherèèr (Bree), eine sjàchereer (Roermond), enne sjacherer (Oirlo), schjachereer (Heerlerheide), schjacherèèr (Valkenburg), sjacheraar (Gronsveld, ... ), sjacheraer (Blerick, ... ), sjachereer (Hoensbroek, ... ), sjacherer (Oost-Maarland), sjachereër (Maasbracht), sjacherĕĕr (Nunhem), sjacherèèr (Houthem), sjacheréér (Sittard, ... ), sjacherêêr (Hoensbroek), Algemene opmerking: invuller noteert als spellingssyteem Veldeke, maar het is gewoon in het Nederlands genoteerd en heb het daarom letterlijk overgenomen (dus niets omgespeld!).  ’ne sjacheraer (Klimmen), ps. letterlijk overgenomen (dus niet(s) omgespeld!).  schacherēē-er (Schimmert), ps. letterlijk overgenomen.  sjâgérèeér (Eksel), ps. omgespeld volgens Frings.  sjaxəreͅr (Peer), sxaxərēͅr (Hamont), šaxərer (Herk-de-Stad), šaxərēr (Sint-Truiden), šaxərēər (Kermt), šaxərēͅīr (Bocholt), šaxərēͅr (Kaulille, ... ), šaxəreͅr (Neerharen, ... ), šaxəriər (Halen, ... ), šaxərīr (Hasselt), šaxərɛ̄r (Lommel), šāxərēr (Velm), šəxərēi̯ər (Spalbeek), ⁄šāxəri̯ēr(s) (Boekt/Heikant), sjacherlaar: schacherlar (Middelaar), sjatser: sjatser (Grathem), smokkelaar: ps. omgespeld volgens Frings.  smoͅkəlēr (Niel-bij-St.-Truiden), smouser: ps. omgespeld volgens Frings.  smuəsər (Wellen), striegelaar: ps. omgespeld volgens Frings.  strīgəlējr (Borgloon), strīgəllēͅər (Borgloon), troggelaar: ps. omgespeld volgens Frings.  trugəliər (Wellen), trygəli̯eͅr (Opheers), verlaten kerel: enne verlaote kael (Klimmen), verneuker: Opm. als werkwoord nog: besoodemietere.  ene vernöker (Oirsbeek), vertuitelaar: WNT: vertuitelen, van tuitelen (I) met ver-. Verruilen (voor iets anders), in negatieven zin: verkwanselen.  vertoetelīēr (Echt/Gebroek), woekeraar: ps. omgespeld volgens Frings.  nə wukərīr (Hasselt), zwendelaar: sjwiendeler (Eygelshoven), zjwiendeleer (Swalmen), WNT: zwendelen (I) -zwindelen-. Uit (jidd.) hd. schwindeln of uit eng. swindle (waarvan de vroegste bewijsplaats echter, zij het weinig, jonger is (1782) dan die van het Ndl. (1775)).  schwiendeléér (Mechelen), zwendelsmeier: sjwiendelsmeyer (Eygelshoven), {iemand} die god en alle lui bezeikt: dae God en alle luuj bezeik (Klimmen), {iemand} die god en alle lui verneukt: ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).  dae God en alle luuj vernöök (Klimmen) iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)] || sjacheraar || sjacheraar: Iemand die zich aan minderwaardige handel bezondigt [sjatser, sjacheléér? enz.] [N 21 (1963)] III-3-1