e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sleper berlijnstrekker: bęrlę̄jnstrękǝr (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Domaniale]), biezentrekker: bizǝtrękǝr (Buchten, ... ), filettrekker: filɛttrękǝr (Diepenbeek), hèrtcheû: hęrtšø̄ (Zie mijnen  [(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), lijntrekker: lē̜ntrɛkǝr (Tessenderlo), main d''oeuvre: main d''oeuvre (Rekem  [(Zwartberg / Eisden)]   [Eisden]), manø̄vǝr (Eisden  [(Eisden)]  , ... [Eisden]  [Eisden]  [Zwartberg]  [Winterslag, Waterschei]), mǝnø̄vǝr (As  [(Zwartberg / Waterschei)]  , ... [Eisden]  [Zwartberg, Winterslag, Waterschei]  [Zwartberg, Waterschei]), main d''oeuvre in het transport: manø̄vǝr [in het transport] (Zie mijnen  [(Zwartberg / Winterslag / Waterschei)]  [Zolder]), main d''oeuvre van het transport: manø̄vǝr [van het transport] (Zie mijnen  [(Zolder)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), penseel voor biezen: pɛnsīl vør bizǝn (Jeuk), postschlepper: postslępǝr (Thorn  [(Maurits)]   [Houthalen]), schlepper: slępǝr (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]), šlę.pǝr (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]), šlępǝr (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ...  [Emma, Maurits]), šlɛpǝr (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]  [Willem-Sophia]  [Domaniale, Wilhelmina]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Julia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Maurits]  [Laura, Julia]  [Maurits]  [Domaniale]  [Maurits]  [Laura, Julia]), sleper: slē.pǝr (Zolder  [(Zolder)]   [Maurits]), slēpǝr (Tessenderlo, ... [Zolder]), šlēpǝr (Heerlen), šlē̜pǝr (Gulpen), šlęjpǝr (Heel, ...  [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Oranje-Nassau I] ), sleper-transport: sleper-transport (Zie mijnen  [(Houthalen)]  [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]), strichtrekker: štrextrękǝr (Kerkrade), strichzieher: štrextsijǝr (Kerkrade), trekker: trękǝr (Klimmen, ... ), vaarjong: vārjoŋ (Kelmis), vārjǫŋ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Zwartberg, Eisden]) Algemene benaming voor ongeschoolde, ondergrondse mijnwerkers die zich met het vervoer bezighouden. Een respondent uit Q 121 merkt dan ook op dat de sleper bijvoorbeeld niet mocht roven. [N 95, 142; N 95, 585; monogr.; Vwo 115; Vwo 373; Vwo 713] || Jonge, nog niet opgeleide mijnwerker, die het gewonnen erts en gesteente mede op een kruiwagen laadde en verder vervoerde. Daarnaast schepte de sleper ook wel het gewonnen erts van de kruiwagens of uit de "rollen" in de kipwagens en vervoerde dat naar de schacht of, als de mijngang bovengronds uitkwam, naar de uitgang. Naast jonge mijnwerkers waren ook de minder getalenteerde arbeiders "vaarjongen". [monogr.] || Lang en dun penseel dat door de schilder wordt gebruikt voor het trekken van smalle, rechte versieringslijnen. De 'strichzieher' en de 'strichtrekker' (Q 121) waren afgesleten platte penselen waarvan de haren spits toeliepen. Had men geen afgesleten penseel, dan werden van een nieuw penseel de haren zodanig weggeknipt, dat het geschikt was voor het trekken van een bies. Men noemde dit 'stoppen' ('štupǝ'). [N 67, 42a; div.] II-4, II-5, II-9