e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
versiersel blankettage (<fr.): NB blankètte, blakketeire: opsmukken, schminken. [Van Dale: blanketten, 1. met blanketsel de huid blank maken]  blakketaasj (Sint-Truiden), brensje: brenske (Meijel), briljanten (mv.): Briljanten.  breljantən (Lommel), firlefangel: vgl. Du. Firlefanz snuisterij (rommel).  firle fangel (Kerkrade), firlefanz (du.): fierlefans (Kerkrade), fluit: fluute (Beek), garnering: garneering (Maastricht), goud: (o.).  gō.t (Eys), kantje: kèènsje (Vlijtingen), klatergoud: (= nepsieraden).  klaatərcholtj (Kapel-in-t-Zand), opdos: op dos (Venray, ... ), opmaak: opmaak (Boorsem, ... ), opmaken (ww.): opmaken (Lommel), opschik: opchik (Ittervoort), opsjik (Guttecoven, ... ), ópschik (Tienray), ópšek (Kinrooi), opsmuk: opsjmuk (Roermond, ... ), opsmok (Montfort), opsmuk (Heythuysen, ... ), òpsmuk (As), ôpschmūk (Schimmert), (nu).  opsjmuk (Herten (bij Roermond)), opsmukken (ww.): opsmikke (Maastricht), opsmukke (Sevenum), optutten (ww.): &lt;opgetut&gt;  optutten (Eksel), ornament: ornemint (Maastricht), pronk: proonk (Kapel-in-t-Zand), schmink (<du.): shmink (Eigenbilzen), sier: seer (Beesel, ... ), sēēr (Nieuwenhagen), sier (Horst, ... ), siër (Maasbree), sīēr (Venlo), tseer (Kerkrade), (vroeger).  seer (Herten (bij Roermond)), sieraad: seer(r)aod (Mheer), seeraod (Roermond, ... ), seeraot (Hulsberg, ... ), seeroad (Bree, ... ), seerraden (Thorn), seerraod (Wolder/Oud-Vroenhoven), seerraodə (Urmond), seerroad (s-Gravenvoeren, ... ), seerróád (Tungelroy), seieraot (Sittard), seraod (Gronsveld, ... ), sie.roaëde (Gors-Opleeuw), sieraod (Venlo), sierŏadzje (Hoeselt), sieròòët (Zonhoven), siraod (Wijlre), siroadzje (Hoeselt), sirraod (Gulpen), tseeroad (Kerkrade), tsierrod (Vaals), onz.; (mv.).  s‧ēər‧ōͅdə (Ingber), siersel: seersel (Bree, ... ), seersele (Noorbeek, ... ), siersel (Bilzen, ... ), Ook verseersel.  seersel (Bree), Spelling: &lt;`&gt; = sjwa.  seers`l (Bocholt, ... ), Voor de processie bvb.  siersel (Eksel), sierstuk: sierstôk (Hoensbroek), smeer: smiêr (Bree), smerik: [sic]  smirik (Zolder), smuk (<du.): sjmoek (Gulpen, ... ), sjmŏĕk (Heerlen, ... ), sjmuk (Geulle), sjmók (Sittard, ... ), sjmôk (Geleen), smoek (Gennep, ... ), smuk (Eys, ... ), smók (Kinrooi), smûk (Maastricht), (m.).  šmu.k (Eys), strooisel: Strooisel, voor processie.  streesel (Bilzen), tooi: toaj (Montfort), toei (Horst), toej (Weert), tōēij (Venlo), tōēj (As), tooisel: tooisel (Bilzen), tralala: trálálá (Loksbergen), versiering: verseering (Caberg, ... ), versering (Maastricht, ... ), versiering (Alken, ... ), vərseerin-g (Maastricht), vərseering (Maastricht), vərsēēring (Nieuwenhagen), vərsĭĕrəng (Meijel), (nu).  versieringe (Herten (bij Roermond)), versiersel: verseersel (Bree, ... ), verseersele (Maastricht, ... ), versiersel (Bilzen, ... ), versiersels (Eigenbilzen), versiersəl (Roermond), versiesels (Vorsen), vərseersəl (Maastricht), vərseersələ (Maastricht), voor de schonigheid: veur də sjôenigheit (Kelpen), voor de sier: vur de sier (Oirlo) een geslepen edelsteen die als sieraad dient [juweel, edelsteen, bijou, bagge] [N 86 (1981)] || franje (fig.) || om iets te tooien || opschik: tooi || opsmuk || opsmuk, schmink || ornament: sieraad, versiersel || sieraad || sieraad, sieraden || sieraad, versiering || sieraden || Versiersel. Voorwerpen die tot versiering dienen [sier(sel), smeer, (op)smuk, opmaak, opschik, tooi] [N 114 (2002)] || voorwerpen die tot versiering dienen (sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi) [N 86 (1981)] || voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3