id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
27880 | afduwen | afbikken: afduwen (Lanklaar [(Eisden)] [Maurits]), aflaten, afdraaien: áf˱dø̜jǝ (Lanaken), bewerken van het deeg op de werktafel: ovdǭwǝ (Beverst), constateren: aof dauwen (Jesseren) II-1, II-3, II-5, III-3-2 |