19274 |
beschaar |
drukte, gedoe:
beschaa.r (Q001p Zonhoven),
beschaar (K318p Beverlo),
beschaer (L286p Hamont),
besjaar (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
Q095p Maastricht,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
cf. Weijnen Et. Dialectwb. p. 15 s.v. "besjaar"= omhaal drukte; cf. Schuermans p. 45 s.v. "beschar"= hetzelfde als bescheer, ophef, pralerij
beschaer (L282p Achel),
cf. Weijnen Et.Wb. p. 15 s.v. "besjaar"= omhaal, drukte (Limb.
besjaar (Q095p Maastricht),
cf. Weijnen Etymologisch Wb. s.v. "besjaar"(omhaal, drukte) p. 15
bësjàar (Q162p Tongeren),
scheldw.; cf. Schuermans s.v. "beschar"= hetzelfde als bescheer, ophef, pralerij (Antw.)
beschaa.r (Q002p Hasselt),
veel beschaa.r ma.ke: veel omhaal maken; cf. Schuermans s.v. "beschar"= hetzelfde als bescheer, ophef, pralerij (Antw.)
beschaa.r (Q002p Hasselt),
kouwe drukte:
bəsjāār (Q095p Maastricht),
last, moeilijkheid:
cf. Weijnen Et. Dialectwb. p. 15 s.v. "besjaar"= omhaal drukte; cf. Schuermans p. 45 s.v. "beschar"= hetzelfde als bescheer, ophef, pralerij
beschaar (K318p Beverlo),
ongeordende hoeveelheid, chaos:
beschaar (K278p Lommel, ...
K278p Lommel,
K278p Lommel)
III-1-4, III-4-4
|
|