e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
betijen bestemmen:   betije (Eys), betijen (Gulpen), betijën (Stein), (= laten begaan).  betijen (Meeuwen), cf. WNT II, 11 kol. 22226 s.v. "betien"(waarvan de tegenw. tijd in de latere taal gewoonlijk voorkomt in de minder juiste vorm "betijen", en met een geheel afzonderlijke betekenis (zie betijen) ; zie "begien"2. iemand tot iets brengen, bewegen, overhalen enz.; cf. lemma "begaan  beti-je (Venray), iemand zijn gang laten gaan:   beteejd (Blitterswijck), beteejen (Blitterswijck), betejen (Heijen, ... ), betejje (Herten (bij Roermond), ... ), betĕĕje (Afferden), beti-je (Bree), betie é (Montfort), betieje (Baarlo, ... ), betiejen (Mheer, ... ), betieə (Swalmen), betije (Ittervoort, ... ), betijen (Leopoldsburg, ... ), betijje (Epen, ... ), betiën (Kesseleik), bətiejə (Montfort), bətijə (Meeuwen), bətīējə (Venlo), cf. VD s.v. "betijen"(alleen in onb. wijs) (onoverg.) d.w.z. iemand laten betijen = laten begaan en iets laten betijen Zie ook WNT II. 11 kol. 2227-2228 s.v. betijden"(zie betijen en betijgen.), "betijen"(id. VD) en "betijgen"(zuiverder vorm van betijen)  beteeje (Meerlo), schipperen:   beteije (Maastricht) III-1-4