e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bom andere inzetmogelijkheden: Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!  de bóm (Zolder), augurk: dikke zaadaugurk  bóm (Venlo), bom, spon:   bom (Asselt, ... ), bum (Hasselt), bǫm (Haelen, ... ), bomgat, spongat:   bom (Baarlo, ... ), bǫm (Hamont), bovensluiting van de houten gierton:   bo ̝m (Borlo), bom (Beek, ... ), bum (Aalst, ... ), bǫm (Achel, ... ), grof gebouwde vrouw:   wat n bom (Val-Meer), ⁄n bom (Valkenburg), grote knikker:   boem (Halmaal, ... ), boemme (Susteren), bom (Holtum, ... ), bomme (Nieuwstadt), bōm (Boorsem), boͅm (Eynatten), bum (Sint-Truiden, ... ), bŭm (Brunssum), bóm (Dieteren, ... ), bøͅm (Mheer), alleen voor dikke stenen knikker  boum (Kerkom), bumke, bômme.  bôm (Tegelen), Geh. St-Truiden. (t Daghet in den Oosten XI, 65)  bom (Sint-Truiden), grote gekleurde glazen knikker  boem (Schinveld), grote metalen knikker  bom (Grote-Spouwen), Op zijn fransch uitgesproken;  bom (Sint-Truiden), Voor een bom krijgt ge 25 huven.  bo:m (Meeswijk), WLD-spelling  bum (Sint-Truiden), hoed: spotnamen:   bum (Hasselt), knikker: M[aastrichtsch] fom. Lat. fomes, brandstof.  bom (Heerlen), spon:   bom (Kerkom), tap van de houten gierton:   bom (Halmaal, ... ), bum (Aalst  [(zonder hefboom)]  , ... ), bǫm (Kwaadmechelen) I-1, I-7, II-12, II-2, III-1-1, III-1-3, III-3-2