29961 |
eker |
bouwemmer:
īkǝr (L416p Opglabbeek, ...
Q012p Rekem),
eker, maat van 11,2 liter:
1 vingerhood = ± 0,01 lieter 1 mäötje = ± 0,10 lieter 1 sjöpke = ± 0,25 lieter 1 pint = ± 0,60 lieter 1 beksjke = ± 1/4 pint 1 hèjfke = ± 1/2 kan 1 kan = ± 1,40 lieter 1 anker = ± 30 kan 1 aam = ± 4 anker 1 iëker = ± 8 kan sjtök = oude wijnmaat van ? vaan = oude biermaat van ? tien = oude kolenmaat van 1/2 hectoliter of 2 kuipen okshoof = oude wijnmaat van ? Alle vorengenoemde maten en gewichten zijn in onbruik. De woorden zijn alleen nog bij ouderen bekend.
ieker (Q111p Klimmen),
emmer:
iaeker (L381p Echt/Gebroek),
gierschep, gieremmer:
iǝkǝr (Q014p Urmond),
gistlepel:
iǝkǝr (Q032p Schinnen),
honingbak:
ēkǝr (Q015p Stein),
jager:
ēkǝr (L387p Posterholt
[(34a b c)]
),
ę̄kǝr (L329p Roermond, ...
Q020p Sittard),
īǝkǝr (Q032p Schinnen),
perskom:
īkǝr (L417p As),
vulketel:
iǝkǝr (Q032p Schinnen),
ę̄kǝr (Q020p Sittard),
(mv.)
ēkǝrs (L387p Posterholt)
I-1, II-2, II-6, II-7, II-9, III-2-1, III-4-4
|
|