19469 |
gedeks |
kluit:
gedeks (Q118p Schaesberg, ...
Q118p Schaesberg),
gedèks (L381p Echt/Gebroek, ...
Q101p Valkenburg),
gədēks (Q284p Eupen),
gədɛks (Q116p Simpelveld),
(= met water of zeepsop vermengd gebruikt als stooksel).
gedeks (Q039p Hoensbroek),
Akens wbk 232: Kohlengries mit Lehm gemischt, zum Abdecken des Feuers s.a. Decksel
jədɛks (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
deze stukjes met water besprenkeld en op het brandende kolenvuur gelegd, om het vuur te temperen en zodoende de kachel nog een poosje brandend te houden, om het lastige aanmaken te voorkomen
gedëks (Q020p Sittard),
leem, pijpaarde:
gedéks (Q020p Sittard),
onzuivere kool:
gǝdęks (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
II-5, III-2-1, III-4-4
|
|