| 28929 |
meten |
aanmeten:
meten (L414p Houthalen),
miǝ.tǝ (K361p Zolder),
mē̜tǝ (Q027p Doenrade, ...
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L330p Herten,
L298a Kesseleik,
L265p Meijel,
L271p Venlo),
mē̜tǝn (L282p Achel),
mɛjtǝ (Q032p Schinnen),
mɛ̄tǝ (L364p Meeuwen, ...
L312p Neerpelt),
afpassen met de voet, aftreden:
maetə (L299p Reuver),
de boomstam afmeten:
mē̜tǝ (L286p Hamont),
de maat bepalen:
mē̜tǝ (Q083p Bilzen, ...
L328p Heel,
L330p Herten,
L299p Reuver,
L271p Venlo),
de omvang van een boom meten:
mējǝtǝ (P047p Loksbergen),
een koollaag meten:
męjsǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Julia]),
mę̄tǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Willem-Sophia]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
mɛsǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Maurits]),
een muur waterpassen:
mētǝ (Q095a Oud-Caberg),
met grote stappen lopen:
m maete (L382p Montfort),
uitmaken wie mag beginnen:
və zulə ṇes mṇəte (Q002p Hasselt),
[Du. messen]
vär sowe ze öš meissə (Q262p Eynatten),
Vgl. pag. 347 sub poete: Poten (jongenst.): door om beurt een voetstap te zetten in elkaars richting, beslissen wie eerst mag beginnen in het spel. Wie het laatst een volledige voet kan plaatsen, wint. Syn. mië.te.
mië.te (K361p Zolder)
II-12, II-5, II-7, II-9, III-1-2, III-3-2, III-4-4
|
|