20598 |
muik |
muik:
meuk (L328p Heel, ...
L432p Susteren),
moa-jik (L215p Blitterswijck),
moeek (L248p Lottum),
moek (L295p Baarlo, ...
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L297p Belfeld,
L269p Blerick,
L298p Kessel,
L298p Kessel,
L267p Maasbree,
L267p Maasbree,
L266p Sevenum,
L296p Steyl,
L268p Velden),
moenik (L291p Helden/Everlo, ...
L290p Panningen),
moeuk (L246p Horst, ...
L245p Meterik),
moeëk (L247p Broekhuizen, ...
L248p Lottum,
Q117p Nieuwenhagen,
L266p Sevenum),
moeək (L246p Horst),
moik (L192p Bergen),
mojik (L210p Venray),
mojjek (L245b Tienray, ...
L245b Tienray),
mojjik (L191p Afferden, ...
L209p Merselo,
L210p Venray),
molîk (L271p Venlo),
monnik (L265p Meijel),
mook (L266p Sevenum),
mooək (L250p Arcen),
moäk (L249p Grubbenvorst),
moëèk (L245b Tienray),
moïk (L165p Heijen, ...
L217p Meerlo),
mōēk (L267p Maasbree, ...
L266p Sevenum,
L266p Sevenum),
mōĭjk (L217p Meerlo),
mōjek (L210p Venray),
mōnnik (L291p Helden/Everlo),
mŏĕk (L300p Beesel),
mŏik (L246a Swolgen),
mŏĭjik (L215a Wellerlooi),
mŏjik (L213p Well),
moͅi̯ək (L215p Blitterswijck, ...
L164p Gennep,
L214a Geysteren,
L165p Heijen,
L217p Meerlo,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L163b Ven-Zelderheide,
L214p Wanssum),
mui (Q020p Sittard),
muik (L244b Griendtsveen),
munk (Q032p Schinnen),
muuk (Q020p Sittard),
muək (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
mūūk (L286p Hamont),
mŭŭk (L265p Meijel),
màk (P047p Loksbergen),
móijik (L210p Venray),
móék (L267p Maasbree),
môêk (L245b Tienray, ...
L271p Venlo),
mø̄ək (L424p Meeswijk),
a = tussen a en e; was een geheime bergplaats
mo-ak (L246b Melderslo),
bergplaats
mo͂e͂k (L268p Velden),
dit woord werd vroeger - maar nu niet meer gebruikt
mōēk (L269a Hout-Blerick),
mar.: volgens res. wordt het eerder gebruikt als benaming voor het verstopte fruit dan voor de geheime bergplaats
mòjək (L211p Leunen),
moek met korte oe; ook wel modding (van over de maas gekomen)
mŏĕk (L300p Beesel),
moojikken = een tukje doen, eventjes slapen (zie vraag 5)
moojik (L192a Siebengewald),
ne moëk maken = fruit verstoppen, ook kasteanjes en noten
moĕk (L248p Lottum),
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m, 38-51
møͅk (Q001p Zonhoven),
vroeger werd dit gebruikt; nu beslist niet meer
moe(w)k (L245p Meterik),
vroeger, ook noten en kastanjes
moenik (L265c Beringe, ...
L291p Helden/Everlo),
werd vroeger nog gebruikt
moïk (L165p Heijen),
zie vraag 5; mòike = een holte in het hooi maken waar de appel in gedaan wordt
mòik (L164p Gennep),
witte kool:
mojjek (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide)
III-2-3
|
|