26873 |
spade |
baggersnijder:
spāj (L266p Sevenum),
blauwe klei:
spāj (L382p Montfort),
dikke boterham:
Syst. Frings
spai̯ (Q002p Hasselt),
kleischop, kleihak:
spade (Q121b Spekholzerheide),
mestspade, mestmes:
spai (L246p Horst),
spā (L266p Sevenum),
spāi̯ (L265b Kronenberg, ...
L248p Lottum),
spōǝ (P048p Halen),
spǫi̯ (P176p Sint-Truiden),
spǭi̯ (L115p Mook),
modderschop:
spāj (L288a Ospel),
schop om tussenturf te steken:
spāj (L210p Venray),
schop voor het steken van het grauwveen:
spāj (L210p Venray),
spade, spitschop:
spai̯ (Q156p Borgloon, ...
P195p Gutschoven
[(jonge term)]
,
P048p Halen,
Q002p Hasselt,
P213p Niel-Bij-Sint-Truiden,
K357p Paal,
P107a Rummen),
spã (P048p Halen, ...
P211p Waasmont),
spãi̯ (P222p Opheers),
spāi̯ (L191p Afferden, ...
L417p As,
K318p Berverlo,
L360p Bree,
L320a Ell
[(met hartvormig blad - verouderd)]
,
P186p Gelinden,
L214a Geysteren,
P197p Heers,
P055p Kermt,
Q009p Maasmechelen
[(om in zware grond te spitten)]
,
L209p Merselo,
L216p Oirlo
[(rechthoekig van onderen)]
,
L416p Opglabbeek,
L355p Peer,
L318b Tungelroy,
L210p Venray,
L215a Wellerlooi
[(rechthoekig van onderen)]
),
spoi̯ (Q093p Rosmeer),
spǫi̯ (Q077p Hoeselt
[(voor het spitten van de eerste voor)]
, ...
Q176a Ketsingen
[(om voren scherp uit te steken)]
,
Q167p Koninksem,
Q074p Kortessem,
P176p Sint-Truiden,
Q162p Tongeren),
spǭ(ǝ)i̯ (L312p Neerpelt, ...
L314p Overpelt),
spǭi̯ (P188p Hoepertingen, ...
K315p Oostham,
Q168p s-Herenelderen,
Q162p Tongeren,
Q091p Veldwezelt
[(met een lang blad)]
),
špāi̯ (L295p Baarlo, ...
L325p Horn),
steekschop:
spa(j) (P177p Zepperen),
spaj (Q072p Beverst, ...
P056p Stokrooie),
spoj (P176b Bevingen, ...
P176p Sint-Truiden),
spuj (P176p Sint-Truiden),
spāj (K318p Berverlo, ...
L318b Tungelroy),
spāǝj (P051p Lummen),
spǫj (Q180p Mal),
spǭw (K353p Tessenderlo),
steekschop voor klei:
spǫj (Q083p Bilzen)
I-1, I-8, II-4, II-8, II-9, III-2-3
|
|