id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
33826 | vief | goed uit de weg kunnend: vif (Gronsveld, ... ), handig: vief (Maastricht), lenig: fief (Venlo), vief (Klimmen), moedig en opgewekt: vif (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler), snel, vlug: vief (Maastricht, ... ), viet (Sittard), viĕf (Klimmen) I-9, III-1-1, III-1-4, III-4-4 |