22115 |
windvlieger |
staartwind:
windvleegers (Q187p Sint-Pieter),
vlieger:
wintvleeger (L416p Opglabbeek),
wîndvliegger oplötten (L353p Eksel),
/
weendvlieger (Q175p Riemst),
wendjvleger (L368p Neeroeteren),
wendvleeger (L372p Maaseik),
wi:ndvleegɛr (L316p Kaulille),
windvleger (L415a Dorne, ...
L368p Neeroeteren),
windvlieger (Q240p Lauw, ...
L355p Peer,
K359a Stal,
Q078p Wellen),
wènd vlieger (Q083p Bilzen),
wèndvleeger (L372p Maaseik),
wèndvliehger/ (Q003p Genk),
wîndvliegger (L353p Eksel),
In de tijd maakten we zelf onze vlieger en daaraan beleefden we meer plezier als met het omhoog laten ervan. We zochten mooie rechte twijgen die we in de vorm van een kruis op elkaar sjorden om vervolgens een koord tes spannen, rondom op de koppen van de twijgen. Dan moesten we bruin papier, bruine plakband of plaksel en dunne koord proberen te bemachtigen. Als dat lukte waren we vertrokken. Dan maakten we ook een lange staart. Het was een koord waarin we een twintigtal papieren bladen knoopten. Als de vlieger te veel ronddraaide dan werd de staart verlengd en verzwaard.
wîndvliegger (L353p Eksel),
Wij zeiden thuis vlieger. Dat lijkt mij AN, maar het zou ook "windvlieger"kunnen zijn.
/ (L372p Maaseik)
III-3-2
|
|