e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
brats aardappelpuree:   brats (Blerick), knikkerkuiltje: Grote holte.  braatsch (Meerssen), krentenbaard:   braatsch (Beek), roof(je) (korst op een wonde): Grote roof.  bra.tš (Stokkem), Vooral in en - bloot: een korst van geronnen bloed in het haar.  ən brâ:tš (Rekem), WNT: brat (II), Dartel, levendig, vurig, maar daardoor ook lastig, wild, onhandelbaar.  braatjsch (Urmond), braatsj (Boorsem), broatsj (Grevenbicht/Papenhoven), Zie ook: ráof.  bráotsj (Herten (bij Roermond)), vlekziekte:   brā.tš (Lanklaar), brātšǝ (Neerharen), waterige kost:   brétsj (Gruitrode), zedelijk slecht meisje: straatloopster; cf. VD s.v. "I. brat"2. vuile rommel (gew.)  brats (Zolder) I-12, III-1-2, III-2-2, III-2-3, III-3-2