id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
21814 | fantaseren | jokken: Van Dale: fantaseren, I. 1. zich aan het spel der verbeelding overgeven, zich droombeelden scheppen; -bazelen; ijlen in de koorts. fantaseere (Geulle), fanteseere (Posterholt), piekeren: fantesejen (Zichen-Zussen-Bolder), (gelijk in bed maar langer). faantezèje (Vlijtingen), uitdenken: fantiseren (Melick) III-1-4, III-3-1 |