id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
21323 | houvastig | gierig: Van Dale: houvast, 4. in de uitdr. van houvast zijn, niet gaarne geven; vand. (gew.) ook als bn. houvast, gierig. hāvastiX (Sint-Truiden), zuinig: hāvastig (Sint-Truiden) III-3-1 |