20305 |
roe |
garde:
de roe (Q020p Sittard),
ein roe (L374p Thorn),
roe (L269p Blerick, ...
L428p Born,
Q018p Geulle,
Q193p Gronsveld,
L320c Haler,
L328p Heel,
Q120p Heerlerbaan/Kaumer,
Q109p Hulsberg,
K317p Leopoldsburg,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L329p Roermond,
L329p Roermond,
Q032p Schinnen,
Q015p Stein,
L331p Swalmen,
Q032b Sweikhuizen,
L374p Thorn,
Q222p Vaals,
L386p Vlodrop,
Q117a Waubach,
Q108p Wijnandsrade,
Q094b Wolder/Oud-Vroenhoven),
roo (Q203p Gulpen, ...
Q098p Schimmert),
rou (Q032p Schinnen, ...
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen),
rōē (Q095p Maastricht),
rŏĕ (L265p Meijel, ...
L432p Susteren),
ròw (Q117p Nieuwenhagen),
(bosje rijshout).
roe (L300p Beesel),
Note v.d. invuller: (aan t nederl. ontleend, ter kastijding gebruikte men een "stók"). Van takjes en twijgjes maakte men wel een garde voor de keuken, genoemd: kloprieske.
roe (L245b Tienray),
restant zoogdieren:
roe (stoott.) (L381p Echt/Gebroek),
roede:
roe (L266p Sevenum),
schurftmijt:
Additie bij vraag 10: schurft heet de roe
de roe (L377p Maasbracht),
dus geen rui (vooral bij schapen)
ruuj (Q197p Noorbeek, ...
Q203a Reijmerstok),
stok of twijg om een kind te straffen:
Een gard, garde is géén stok maar een bosje rijshout ; hier wordt duidelijk naar "stok of twijg om iemand te straffen"verwezen en wordt daar opgenomen.
rīē (Q089p Martenslinde),
znd 23, 60c;
roe-e (P184p Groot-Gelmen),
ruu (Q177p Millen),
teek:
vrij naar het WLD Additie bij vraag 9 e.v.: = schurft
de roe (Q111p Klimmen)
I-12, III-2-2, III-4-2
|
|