e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schrompen daveren:   sxrumpǝ (Hoepertingen), de was doen:   šrompə (Tegelen), huilen:   sjrumpe (Stokkem), knarsen:   sjroompə (Epen), sjrómpə (Doenrade), (niets scherp).  šro.mpə (Eys), krabben:   schrompe (Weert), krassen:   sjrómpe (As), (sjrumde, haet gesjrump).  sjrumpe (Sittard), scheuken:   šrompǝ (Brunssum, ... ), sloffen: Met iets -ook voeten- over de grond sleuren.  sjroempe (Boorsem), werken op de boerderij:   šrø̜mpǝ (Buggenum), šrǫmpǝ (Nederweert), zich schuren:   sxrompǝ (Leuken, ... ), šrompǝ (Baexem, ... ), zwoegen:   schrômpe (Altweert, ... ), niet in deze betekenis terug te vinden: Zie Schuermans p. 603 s.v. "schrompen  schrômpe (Nederweert), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  sjrŏmpe (Buggenum) I-11, I-12, I-6, II-3, III-1-2, III-1-4, III-2-1, III-4-4