e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
stoefer huichelaar:   stoeffer (Jeuk), muurbloem: -  stoefers (Lanaken), opschepper:   stoefer (Achel, ... ), stoeffër (Tongeren), stŏĕfər (Loksbergen), stòffer (Echt/Gebroek), stóefer (Sint-Truiden), stóffer (Maastricht), stóffər (Zonhoven), stùfer (Beverlo, ... ), cf. Schuermans p. 682 s.v. "stof, stoffen"= bluffen, grootmaken  stóffer (Maastricht), cf. VD s.v. "III. stoffen  stóffər (Meeuwen), cf. VD s.v. "III. stoffen"en "stoefen  stòffer (Zonhoven), cf. VD s.v. "stoefer"= pocher  stŏĕffər (Hamont), cf. WNT XV, kol. 1813 s.v. "stoffen (III)": "roemen, pochen, zich laten voorstaan"(zuidelijke variant = "stoefen")  stófər (Lommel), kloagers hèmme geene noed en stòffer gee broed; cf. VD s.v. "stoefen, (gew.) stoffen, snoeven, pralen  stòffer (Genk), Verklw. stoeferke  stoefer (As, ... ), ¯t is nen dikke stoefer: het is een grote pochhans  stoefer (Kortessem), zakdoek: pochette: Afleiding van stoefen. Stoefen is het figuurlijk gebruikte stoffen (= stof opjagen). A.P. De Bond in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde LXXI, 1953, p. 124-128. z.o. stoeferke en posjötsje. [Van Dale: stoefer -> stoefzakdoek, <gew.> pochet]  stoefer (Achel, ... ) III-1-3, III-1-4, III-4-3