e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
trats afval:   trats (Jesseren, ... ), nat:   trats (Wellen), natte sneeuw:   trats (Tegelen), schoen: spotnamen: [sic; of twee aparte woorden?] vgl. Kerkrade Wb. (p. 273): traatsje mv. In de uitdr. Loof nit mit dieng - durch dr ring jesjroebde jank, loop niet met je vuile poten door de pas geschrobde gang.  traatsche treejers (Nieuwenhagen), Vgl. WNT sub trassen (II): Wellicht een assimilatievorm van *tratsen en verwant met het op nd. en hd. gebied zeer verbreide tratschen, door D.Wb. van klankschild. oorsprong genoemd... 1) Door de modder lopen 2) Heen en weer lopen 3) Bedelend rondgaan...  tratsche (Heerlerheide, ... ), tratsje (Klimmen, ... ), trāātsje (Hoensbroek) II-2, III-1-3, III-4-4