id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
25613 | uitpakken | brood uit de oven halen: ūtpakǝ (Noorbeek), brood uit het blik of van de plaat halen: utpakǝ (Maastricht), ūtpakǝ (Gronsveld), iemand luidruchtig berispen: oetpakke (Tungelroy), schelden, schimpen: oetpakke (Sittard) II-1, III-1-4 |