id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
20284 | zabbelen | aan de borst zijn: (slecht of niet zuigen).; cf. VD s.v. "zabbelen zabbelen (Tienray), met kleine hapjes eten: zabbele (Stein), zelfstandig drinken, niet bij de zeug: zabǝlǝ (Tegelen), zuigen: zabbele (Heel) I-12, III-2-2, III-2-3 |