e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zandkorrel, korreltje zand korreltje: ein körrelke zand (Venlo), körrelke (Venlo), körrelke zand (Venlo), zandkorrel: zandkorrəl (Venlo), zàntkòrrəl (Venlo), zandkorreltje: zand körrelkə (Venlo), zándkörrəlkə (Venlo) zandkorrel, korreltje zand [zandeke] [N 81 (1980)] III-4-4
zandsteen zandsteen: zantstęj.n (Venlo) Natuurgesteente, bestaande uit zandvormige kwartskorrels die door een bindmiddel tot een vast geheel verbonden zijn. De kleur ervan kan zeer verschillend zijn. Zandsteen wordt onder meer gebruikt als bouwmateriaal. De 'Kunrader steen' wordt volgens de invuller uit L 427 gedolven in Kunrade bij Voerendaal. 'Crauberger' wordt ook Kunradersteen genoemd en ontleent zijn naam aan het gehucht Crauberg onder Klimmen waar de steengroeven liggen. [N 30, 55c; N 30, 55d; N 30, 55g; N 30, 56] II-9
zang zang: zank (Venlo) Zang. III-3-2
zanglijster, lijster lijster: (zang)liester (Venlo), liester (Venlo, ... ), lièster (Venlo), zanglijster: (zang)liester (Venlo), zangliëster (Venlo) lijster [SGV (1914)] || zanglijster || zanglijster (22,5 bekend; gelige, gestippelde borst en buik; broedt in grote parken en bossen; ook trekvogel; nest is van binnen glad en bruin; roep [tsp]; luide roepende zang [N 09 (1961)] III-4-1
zaniken, zeuren melken: melke (Venlo), prazelen: Van Dale: prazelen, (gew.) 1. bazelen, babbelen.  prazele (Venlo), zagen: záágə (Venlo), zaniken: sanikke (Venlo), sáánəkə (Venlo), zaniken (Venlo, ... ), zanikke (Venlo), záánəkə (Venlo), zeiken: zeike (Venlo, ... ), zemelen: zēēmələ (Venlo), zeuren: zeurə (Venlo), zeveren: zeivere (Venlo, ... ), zeivərə (Venlo) langdurig of telkens op dezelfde toon of lastige manier over iets spreken, bijv. om zich te beklagen [zeuren, zaniken, zemelen, nijnaaien, merelen, nosteren, memmen, melken, naaien, moesjanken] [N 87 (1981)] || steeds over een vervelende wijze over iets spreken [semmelen, zeveren, zagen, zemelen, zeuren, zaniken] [N 85 (1981)] || zaniken [SGV (1914)] || zeuren [SGV (1914)] III-3-1
zavel, lichte klei aarde: aerd (Venlo), beekbezinksel: baekbezinking (Venlo), grijze aarde: grieze erd (Venlo), grond: grónd (Venlo), leem: lēīm (Venlo), lss: lös (Venlo), zand: zand (Venlo), zánt (Venlo), zand met klei: zànt mit klei (Venlo), zavel: zavel (Venlo, ... ) zand met klei, beekbezinking [zavel] [N 81 (1980)] || zand met kwarts, gele, bruine of grijze aarde [zavel] [N 81 (1980)] III-4-4
zedelijk slecht meisje del: dél (Venlo), jellebel: mar.: combinatie van jezebel en lellebel?  jélləbél (Venlo), sloerie: sloerie (Venlo), slŏĕrīē (Venlo) een zedelijk slecht meisje [wiender, loeder, loopster, kit, duivin, lellebel, sloerie, wats, flauwtoet] [N 86 (1981)] III-2-2
zedig fatsoenlijk: fatsoenlijk (Venlo), zedig: zedig (Venlo), zeedich (Venlo) zich strikt houdend binnen de grenzen van het zedelijk geoorloofde [stil, zedig] [N 85 (1981)] III-1-4
zeef zeef: zeef (Venlo, ... ) zeef [SGV (1914)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)] III-2-1
zeelt louw: WLD  lauw (Venlo) Hoe noemt u de zeelt: het lichaam is gedrongen, een beetje zijdelings samengedrukt. De huid is dik en slijmerig met kleine verborgen schubben, de bek is klein met vlezige lippen en heeft voeldraad in iedere mondhoek. De rugvin is hoog en evenals andere vi [N 83 (1981)] III-4-2