e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeswekenmis zeswekendienst: 6 waekendeens (Venlo), zes waekedeens (Venlo) Een mis die zes weken na iemands overlijden wordt opgedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
zethamer volder: vøldǝr (Venlo), zethamer: zęthāmǝr (Venlo) Hamer met vierkante kop die de smid gebruikt bij het haaks ombuigen of "scherp innemen" van kanten of uitstekende delen van een smeedstuk. Zie ook afb. 37a-b en het volgende lemma. Volgens de respondent uit L 299 werd de zethamer gebruikt bij het smeden van de ploegkam (plōxkamp) aan de oude Brabantse ploeg. [N 33, 78-79; N 33, 82] II-11
zetten zetten: zïtte (Venlo) zetten [SGV (1914)] III-1-2
zeug met biggen zeug: zeug (Venlo) Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.] I-12
zeugekooi zeugenbak: zø̄gǝn˱bak (Venlo) De aparte kooi of betimmering in een varkenshok die verhindert dat de zeug de biggen met haar zware lijf dooddrukt. Vroeger werden daarvoor op ongeveer 15 tot 20 cm afstand van de bodem en van de muren van de stal houten balken van ongeveer 12 cm dikte aangebracht. De ruimte tussen balken en vloer kan dan door de biggen als vluchtweg gebruikt worden. Tegenwoordig bevindt de zeug zich in een apart hok, waarvan aan twee kanten de onderste plank ontbreekt zodat de biggen bij de tepels kunnen die door de openingen steken. [N 5A, 62a; N 19, 18; N 76, 41d] I-6
zeven zeven: zeeve (Venlo), zeevə (Venlo), zeve (Venlo, ... ), zevə (Venlo), zèvə (Venlo) zeven || zeven; Hoe noemt U: Door een zeef laten lopen (zeven, ziften) [N 80 (1980)] III-2-1
zeven met de handzeef zeven: zēvǝ (Venlo), ziften: zeftǝ (Venlo) Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.] I-4
zevenblad knapwortel: -  knapwo:rtəls (Venlo), knapwortels: knapwōrtǝls (Venlo), stinkende munt: stinkende munt (Venlo), vermoedelijk abusievelijk antwoord (HB)  stinkəndə munt (Venlo) Aegopodium podagraria L. Zeer algemeen voorkomend lastig onkruid op beschaduwde plaatsen en op vochtige of bemeste grond met voortwoekerende wortelstokken. De onderste bladeren aan de kantig gegroefde stengel zijn veervormig samengesteld met 3 drietallen of 7 blaadjes, de hogere bladeren zijn drietallig. De schermvormige kroon is wit. De plant bloei van juni tot september. De hoogte varieert van 60 tot 90 cm. [A 17, 11; monogr.] || zevenblad [DC 17 (1949)] I-5, III-4-3
zeveren kwijlen: kweile (Venlo), zeveren: zeivere (Venlo, ... ) zeveren [zeivere, sabbere] [N 10a (1961)] III-1-1
zich aankleden aandoen: B.v. kleid.  aandoon (Venlo), aantrekken: aantrekke (Venlo), kleden: kleie (Venlo) aantrekken || kleden || zich aankleden III-1-3