24275 |
watersnip |
hemelgeit:
als ze vliegt maakt ze een geluid als een blatende geit.
hemelgeît (L318e Altweerterheide),
pink:
ook wel: bokje
pink (L318e Altweerterheide)
|
watersnip || watersnip, kleine
III-4-1
|
20542 |
wecken |
wecken:
Ich hep tieën glaaze körse gewéktj
wékke (L318e Altweerterheide)
|
wecken, inmaken van levensmiddelen
III-2-3
|
20435 |
weduwe |
wedevrouw:
wieëdevrouw (L318e Altweerterheide),
wedvrouw:
Nederweert
wetvrow (L318e Altweerterheide)
|
weduwe
III-2-2
|
20451 |
weduwnaar |
wedeman:
weedemân (L318e Altweerterheide)
|
weduwman
III-2-2
|
29195 |
weefspoel |
schietspoel:
sxētspōl (L318e Altweerterheide)
|
Pijpje met inslaggaren. De weefspoel is een houten schuitje waarin op een priem de pijpjes met inslaggaren worden vastgeklemd. [N 39, 105a; monogr.]
II-7
|
25678 |
weekbak |
weekbak:
węjk˱bak (L318e Altweerterheide)
|
Betonnen bak waarin de wissen geweekt worden. In Sint-Truiden (P 176) werden de wissen in een beek gezet om te weken, of drie maal per dag met water begoten. [N 40, 18; monogr.]
II-12
|
19346 |
weerbarstig |
wars:
waers (L318e Altweerterheide)
|
obstinaat, tegen de draad in
III-1-4
|
25112 |
weerlichten |
weerlichten:
waerleechte (L318e Altweerterheide)
|
bliksemen, weerlichten
III-4-4
|
24530 |
welig groeiend |
gelp:
gêlp (L318e Altweerterheide)
|
welig groeiend
III-4-3
|
19071 |
wensen |
wensen:
wînse (L318e Altweerterheide)
|
wensen
III-1-4
|