33258 |
witte klaver, steenklaver |
steenklee:
štęi̯n[klee] (L331b Boukoul),
wilde klee:
weljǝ [klee] (L331b Boukoul),
witte klee:
wetǝ [klee] (L331b Boukoul)
|
Trifolium repens L. Een 5 tot 25 cm lange plant met kruipende stengels emn witte, later bruine, bloemhoofdjes, die van mei tot de herfst bloeien. Ook witte klaver wordt vooral als veevoeder en als dekvrucht geteeld, is eerder geschikt voor weiden dan voor maaien, maar stelt lagere eisen aan de grond. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|
24280 |
witte kwikstaart |
akkerman:
akkerman (L331b Boukoul),
akkermannetje:
akkermenke (L331b Boukoul)
|
kwikstaart [N P (1966)] || kwikstaart, wit (18 zwart-wit-grijs; met lang wiebelstaartje; zeer algemeen; veel bij boerderijen en op wegen; roep [tijd-dik] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
20620 |
wittebrood |
mik:
Syst. WBD
mik (L331b Boukoul)
|
Kent uw dialect het woord weg of wig = een wittebrood. A.u.b. ook de dialectvorm van uw plaats opgeven en eventueel de betekenis toelichten. [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
goonsdig (L331b Boukoul)
|
dag; woensdag [N 07 (1961)]
III-4-4
|
33943 |
wolfsgebit, gebroken gebit |
trens:
trɛ̄ns (L331b Boukoul)
|
Dit bit, gebruikt om moeilijke paarden te beteugelen, heeft een stang die in het midden scharniert. Het wordt vooral gebruikt bij rijpaarden. Op verscheidene plaatsen heeft dit soort bit kennelijk geen aparte naam. Dit wordt uitdrukkelijk gemeld voor: Q 80, 152, 162, 182. Er bestaan ook wolfsgebitten met een beugel in het midden om moeilijke paarden te beteugelen. De namen voor de twee types worden niet strikt uit elkaar gehaald. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 43]
I-10
|
20709 |
worstenbroodje |
worstenbroodje:
Syst. WBD
wórstebreutje (L331b Boukoul)
|
Worstebroodje (sezijzebreudje?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20605 |
wortelenstamppot |
potage:
Syst. WBD petaazie: hutspot
petaazie (L331b Boukoul)
|
Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20733 |
wortelenvlaai |
moerenvlaai:
Syst. WBD
moe.reflaaj (L331b Boukoul)
|
Vla met vulling van wortelen [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33718 |
wortelklomp van een struik |
stronk:
štroŋk (L331b Boukoul)
|
[N 27, 9c]
I-8
|
24281 |
wulp |
charluut:
sjarlūū.t (L331b Boukoul)
|
wulp (55 groot, bruingestreept; met lange kromme snavel; broedt in en rond de hei [N 09 (1961)]
III-4-1
|