33983 |
brede buikriem |
kwikband:
kwek˱bant (L244c America)
|
Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73]
I-10
|
33138 |
breeddorser |
breeddorser:
briǝdǭ.rsǝr (L244c America)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
21250 |
brief |
brief:
bre:f (L244c America)
|
brief [RND]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
snuiven:
snūvǝ (L244c America)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
34504 |
broedende kip op eieren |
kloek:
kluk (L244c America)
|
[N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.]
I-12
|
18197 |
broek: algemeen |
boks:
bōͅks (L244c America)
|
Hoe noemt men de broek (bovenkleeding)? Maakt men misschien onderscheid tusschen een klepbroek en een gewone broek? [DC 09 (1940)]
III-1-3
|
33985 |
broekkettingen |
achterbokskettingen:
ɛ̄xtǝrbokskɛ ̝teŋǝ (L244c America)
|
Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79]
I-10
|
20335 |
broer |
broer:
brōōr (L244c America),
twee b roers = 2-gebreurs
broor (L244c America)
|
broeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
22586 |
bromtol |
bromtol:
brŏmtōl (L244c America)
|
Hoe noemt (noemde) men de tol, die bij het ronddraaien een brommend geluid maakt. II. als deze van blik en bontgekleurd is? [DC 24 (1953)]
III-3-2
|
34342 |
bronstig |
berig:
bīrex (L244c America)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|