e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117p plaats=Nieuwenhagen

Overzicht

Gevonden: 4514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
appelbol kollemol: kollemol (Nieuwenhagen) Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)] III-2-3
appelboom appelboompje: Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  eppelbumke (Nieuwenhagen), eppelbömke (Nieuwenhagen) [DC 03 (1934)] I-7
appelmoes appelmoes: appelmoos (Nieuwenhagen), compte: compot (Nieuwenhagen) Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)] || appelmoes [trot, trut] [N 38 (1971)] III-2-3
appelvink appelvink: appelvink (Nieuwenhagen) appelvink (18 grote snavel, kort staartje; grote vogel; zeer schuw; zeldzaam; vreet vruchtenpitten; roep [ptik] [N 09 (1961)] III-4-1
aprilgrap aprilwits: aprelwits (Nieuwenhagen) De onzinnige boodschap op 1 april [aprilvis, aprilzaad, zikkelzaad]. [N 88 (1982)] III-3-2
arbeid werk: wérrək (Nieuwenhagen) het werken, het arbeiden [foter, werk] [N 89 (1982)] III-3-1
arduin, hardsteen arduin: arduin (Nieuwenhagen) hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)] III-4-4
are, maat van 100 m2 are: āār (Nieuwenhagen) de maat die een oppervlakte aangeeft van 100 vierkante meter [are] [N 91 (1982)] III-4-4
aren lezen zomeren: zyǝmǝrǝ (Nieuwenhagen), zø̜mǝrǝ (Nieuwenhagen) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
armband armband: èrmbànt (Nieuwenhagen), èrrəmbànt (Nieuwenhagen) band- of ringvormig, gewoonlijk metalen sieraad dat om de arm of pols gedragen wordt [armband, bracelet] [N 86 (1981)] III-1-3