e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braaf braaf: braaf (Meterik) braaf [SGV (1914)] III-1-4
braakliggen braakliggen: brāklegǝ (Meterik), hardliggen: hawlegǝ (Meterik) Land of een akker voor een tijd, soms voor meerdere jaren, onbebouwd laten liggen. Naast de werkwoordelijke woordtypen als braken en braakliggen komen er in dit lemma ook woordtypen voor die bijvoeglijk van aard zijn. Deze hebben grammaticaal de functie van een bepaling van gesteldheid bij de werkwoorden (laten) liggen en zijn, b.v. het land ligt braak, is hard, woest en b.v. het land (voor) vogelwei laten liggen, (in de) dries laten liggen enz. [N 11, 5; N 11, 6; N 11A, 134a; N 11A, 135; N 27, 4b; L 1a-m; L 22, 13; JG 1a, 1b, 1d; S 4; Wi 43; Ale 253; monogr.] I-8
braambes braamberen: brambêr (Meterik), brāmbē̝ͅrə (Meterik) braam(bessen) [RND] || braambes [SGV (1914)] III-4-3
braambessen braamberen: brǫmbē̜rǝ (Meterik) Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c] I-5
braamstruik braamberenstruik: brambêrestroek (Meterik) braamstruik [SGV (1914)] III-4-3
braden braden: niet goed te lezen  braaje (Meterik) braden [SGV (1914)] III-2-3
braken keuken: k"kə (Meterik) Overgeven - Kent men het woord kokken, koken i.b.v. overgeven, neiging hebben tot overgeven? Zo ja, uitspraak. [DC 32 (1960)] III-1-2
branden branden: gewoonlijk kachel  de stoof brandt (Meterik) brandt [de kachel ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
brander van een lamp brander: brender (Meterik) brander (v. e. lamp) [SGV (1914)] III-2-1
brandhout brandhout: brāndholt (Meterik), brānthoͅlt (Meterik) [SGV (1914)]brandhout [SGV (1914)] I-7, III-2-1