e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L245p plaats=Meterik

Overzicht

Gevonden: 1646
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wild konijn (enkelv.) konijn (lang/sleept.): knīēən (Meterik) wild konijn (enkelv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wild konijn (meerv.) konijn (kort/stoott.): knien (Meterik) wild konijn (meerv.) [DC 55 (1980)] III-4-2
wilde gans wilde gans: en wilde gans (Meterik) wilde [v] [een ~ gans] [SGV (1914)] III-4-1
wilg (alg.) teenwilg: meer struikvorm  tejweelgə (Meterik) wilgensoorten [DC 28 (1956)] III-4-3
wilgensoorten roodwilg: -  rotweelgə (Meterik), rotwilg (Meterik) wilg (Salix) [DC 28 (1956)] III-4-3
willekeurig, van de maat gezegd op het heilig oog: op ǝt hęlǝx uǝx (Meterik) Wanneer men de maat van de turf niet zo nauw neemt, steekt men de turf op het oog. [I, 57] II-4
willen willen: wille (Meterik) willen [SGV (1914)] III-1-4
wind (alg.) wind: wīnd (Meterik) wind [SGV (1914)] III-4-4
windborden stormplanken: stǫrǝmplę̄ŋk (Meterik) De planken die tussen voorzoom en roedebalk worden geplaatst om de windvang te vergroten. [N O, 4a; A 42A, 67; Sche 35] II-3
windluiken, waterdeuren luiken: lūkǝ (Meterik) De luiken in de kap van de molen aan weerszijden van de askop. De luiken kunnen worden verwijderd waardoor de mogelijkheid ontstaat askop en roeden te bereiken voor inspectie en onderhoud. Zie ook afb. 28. [N O, 31a; A 42A, 60] II-3