e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vangen vangen: vangen (Vlijtingen) vangen [ZND 25 (1937)] III-1-2
vanzelfsprekend natuurlijk: des és natuurlek (Vlijtingen), natierlək (Vlijtingen) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] || vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)] III-1-4
varken varken: vɛ̄.rkǝ (Vlijtingen), vɛ̄rǝkǝ (Vlijtingen) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lępǝr (Vlijtingen), scheut: šu̯øt (Vlijtingen) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12
varkens mesten masten: ma.stǝ (Vlijtingen) Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12
varkensstal, varkenshok varkensstal: vē̜ ̞.rkǝs[stal] (Vlijtingen) De stal of het deel van de stal waarin zich de varkenshokken bevinden. Doorgaans wordt er geen onderscheid gemaakt in de aanduiding van de stal in de zin van het gebouw of deel daarvan en in die van het hok, de houten constructie waarin de varkens zich bevinden. De opgaven waarbij wèl is aangegeven dat zij betrekking hebben op het houten hok, staan achter in het lemma bijeen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.3). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [N 5A, 60a en 60b; N 5, 105c; A 10, 9d en 9e; L 38, 27; S 39 en 50; monogr.] I-6
varkensvet wit vet: witfe̞t (Vlijtingen) gesmolten vet [Goossens 1b (1960)] III-2-3
vaste uitwerpselen stront: stro.nt (Vlijtingen) Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.] I-11
vastenavond vastavond: vastoͅ.vət (Vlijtingen) vastenavond [RND] III-3-2
vat vat: vǭǝ.t (Vlijtingen  [(19 kg)]  ) Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.] II-3