17824 |
vangen |
vangen:
vangen (Q171p Vlijtingen)
|
vangen [ZND 25 (1937)]
III-1-2
|
18808 |
vanzelfsprekend |
natuurlijk:
des és natuurlek (Q171p Vlijtingen),
natierlək (Q171p Vlijtingen)
|
Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] || vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
34297 |
varken |
varken:
vɛ̄.rkǝ (Q171p Vlijtingen),
vɛ̄rǝkǝ (Q171p Vlijtingen)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34316 |
varken van acht tot twaalf weken |
loper:
lępǝr (Q171p Vlijtingen),
scheut:
šu̯øt (Q171p Vlijtingen)
|
De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.]
I-12
|
34363 |
varkens mesten |
masten:
ma.stǝ (Q171p Vlijtingen)
|
Het vetmesten van varkens totdat ze geschikt zijn voor export of slacht. [N 76, 37c; JG 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
33391 |
varkensstal, varkenshok |
varkensstal:
vē̜ ̞.rkǝs[stal] (Q171p Vlijtingen)
|
De stal of het deel van de stal waarin zich de varkenshokken bevinden. Doorgaans wordt er geen onderscheid gemaakt in de aanduiding van de stal in de zin van het gebouw of deel daarvan en in die van het hok, de houten constructie waarin de varkens zich bevinden. De opgaven waarbij wèl is aangegeven dat zij betrekking hebben op het houten hok, staan achter in het lemma bijeen. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.3). Zie ook de plattegronden van de stallen in paragraaf 1.2. [N 5A, 60a en 60b; N 5, 105c; A 10, 9d en 9e; L 38, 27; S 39 en 50; monogr.]
I-6
|
20646 |
varkensvet |
wit vet:
witfe̞t (Q171p Vlijtingen)
|
gesmolten vet [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
34272 |
vaste uitwerpselen |
stront:
stro.nt (Q171p Vlijtingen)
|
Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.]
I-11
|
22648 |
vastenavond |
vastavond:
vastoͅ.vət (Q171p Vlijtingen)
|
vastenavond [RND]
III-3-2
|
26650 |
vat |
vat:
vǭǝ.t (Q171p Vlijtingen
[(19 kg)]
)
|
Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.]
II-3
|