e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q171p plaats=Vlijtingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkoudheid ik heb een verkoudheid opgelopen of ik heb een kou te pakken. worden er ook uitdrukkingen gebruikt waarin verkouden of verkoudheid ontbreekt, als b.v. ik heb he: ich hub ne ka (Vlijtingen), kou: zore ka (Vlijtingen), zware kou: zore ka (Vlijtingen) Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben verkouden [Lk 05 (1955)] III-1-2
verlegen (zijn) beschaamd: beschéémd (Vlijtingen), verlegen: verléégə (Vlijtingen) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
vermaak keverbek: kieverbek (Vlijtingen) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4
verplichting moeten: ⁄t is van muutə (Vlijtingen) het verplicht zijn [moetert, verplichting] [N 85 (1981)] III-1-4
verschaald gekaamd: gekèùmd (bier) (Vlijtingen) verschaald; Hoe noemt U: Door lang staan geur en kracht verloren hebbend, gezegd van bier (verschaald) [N 80 (1980)] III-2-3
versiersel kantje: kèènsje (Vlijtingen) voorwerpen die tot versiering dienen [sier, smeer, smuk, opsmuk, opschik, tooi] [N 86 (1981)] III-1-3
versleten versleten: versliĕten (Vlijtingen), versliéttə (Vlijtingen) door lang gebruik stuk gegaan, niet bruikbaar meer, gezegd van een kledingstuk [versleten, sleets, schabbig, kaal] [N 86 (1981)] || verslijten, versleet, versleten (volt.deelw.) [ZND 25 (1937)] III-1-3
verstand verstand: verstaand (Vlijtingen) het vermogen goed, helder te denken [verstand, bewijs, bewoud, vernuft] [N 85 (1981)] III-1-4
verstoppertje spelen kuumesteken: t is kuum is de roep waarmee de vanger het begin van het zoeken aankondigt  kuumesteke (Vlijtingen) Het spel waarbij alle personen zich verstoppen, behalve één die alle anderen moet zoeken; bij het doel (bijv. een boom) kunnen de verstopten zich afmelden (op dit spel bestaan vele varianten, misschien kunt u die ook vermelden: de naam en hoe het gespeeld [N 88 (1982)] III-3-2
vertrouwen betrouwen: betrəwə (Vlijtingen, ... ) iemand of iets betrouwbaar achten [vertrouwen, trouwen] [N 85 (1981)] III-1-4, III-3-1