e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L288a plaats=Ospel

Overzicht

Gevonden: 3815
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
barbeel berf: vis  berf (Ospel) barbeel (witvis) III-4-2
barmsijs noordsijs: noortsijs (Ospel) barmsijs III-4-1
barrevoets barrevoets: baerəvəs (Ospel) blootvoets [RND] III-1-3
bascule bascule: baskuul (Ospel) Weeginstrument met vaste vloer (bascule). [N 18 (1962)] III-3-1
basterdsuiker potsuiker: potsókker (Ospel) bastaardsuiker III-2-3
bazige vrouw kreng: kring (Ospel) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bed bed: beͅt (Ospel, ... ), kot: kū.t (Ospel) bed [RND] III-2-1
bed opmaken en verschonen verschonen: vərsxūənə (Ospel) verschonen, schone lakens op het bed doen III-2-1
beddenbak, ressortbak ressortbak: rəsōͅrbak (Ospel) bak met springveren in bed, waarover matras wordt gelegd (voorloper binnen veermatras) III-2-1
beddengoed beddengerei: bɛdəgreͅi̯ (Ospel), deksel: deͅksəl (Ospel) beddegoed || dek, beddegoed III-2-1