e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwaluwstaartinkepingen inkepingen: enkēpeŋǝ (Stein), nester voor zwaluwstaartverbindingen: nɛstǝr vȳr šwalbǝrštats˲vǝrbinduŋǝ (Bleijerheide), zwaluwstaart: zwalgǝštɛrtǝ (Sint Odilienberg) Zwaluwstaartvormige inkepingen die aan de onderzijde van de treden worden aangebracht. Zij passen in eiken latjes van dezelfde vorm die met behulp van houtschroeven op de uitgezaagde boom zijn bevestigd. [N 55, 135a] II-9
zwaluwstaartlatten zwaluwlatjeren: šwǫlǝblɛtšǝrǝ (Bleijerheide), zwaluwstaartlatten: zwarbǝlǝstɛrtlatǝ (Stein), žwalgǝštɛrtlatǝ (Sint Odilienberg) Zwaluwstaartvormig geschaafde latjes die met behulp van houtschroeven op de uitgezaagde boom zijn bevestigd. Volgens de invuller uit Q 121c waren de latjes in 'eiken' ('ēxǝ') of 'beukehout' ('bøkǝhōts') uitgevoerd. [N 55, 135b] II-9
zwaluwstaartmachine zwalberstaartmachine: šwalbǝrštatsmašiŋ (Mechelen), zwalfstaartenmachine: zwɛlfstartǝmǝšin (Ottersum), zwalgenstaartmachine: šwalgǝštɛrtmǝšin (Posterholt), žwalgǝštɛrtmǝšī.n (Herten), zwalmenstaartmachine: zwalmǝstɛtmašin (Leopoldsburg), zwalmerstaartmachine: zwɛlmǝrstatmǝšīn (Bilzen), zwalmstaartenmachine: zwalǝmstɛrtǝmǝšin (Venlo), zwaluwstaartmachine: zwālywstārtmašin (Dilsen), žwalywštɛrtmǝšīn (Heel) Machine voor het maken van zwaluwstaartverbindingen. Zie ook de lemmata ɛzwaluwstaartɛ, ɛhele gleufzwaluwstaartɛ, etc. in de paragraaf over de houtverbindingen.' [N 53, 230] II-12
zwaluwstaartmal mal: mal (Mechelen), model: mǝdęl (Herten), zwalberstaartmodel: šwalbǝrštatsmodɛl (Bleijerheide), zwalgenstaartmal: šwalgǝštɛrtmal (Posterholt), žwalgǝštɛrtmal (Herten), zwalmenstaartenmal: zwalǝmǝstɛrtǝmal (Venlo) Hulpwerktuig waarmee de schuinte van de pennen en gaten bij zwaluwstaartverbindingen wordt afgeschreven. Zie ook afb. 137. In Ottersum (L 163) werden zwaluwstaarten met behulp van de zwaaihaak afgetekend. [N 54, 56] II-12
zwaluwstaartverbinding gezinkt: jǝtseŋkt (Vaals), gezwarbeld: gǝzwarbǝlt (Roermond, ... ), schwalbenschwanz: schwalbenschwanz (d.) (Vijlen), zwalbenstaart: žwalbǝstart (Limbricht), zwalberenstaart: swalǝbǝrǝstart (Borgharen), zwarbǝlǝnstart (Geulle), šwarbǝlǝštart (Einighausen, ... ), zwalberstaart: zwalǝbǝrstart (Maastricht), zwalǝbǝrštart (Sibbe / IJzeren), zwɛrbǝlstart (Stein), šwalbǝrštart (Meerssen, ... ), šwalbǝrštats (Kerkrade, ... ), šwarbǝlštart (Geleen, ... ), šwarbǝlštat (Voerendaal), šwǭlbǝrštart (Gronsveld), žwalbǝrštart (Berg / Terblijt, ... ), žwalǝbǝrštart (Meerssen), žwarbǝlštart (Nuth), žwē̜rbǝlštart (Mheer), žwǭǝlbǝrštɛrt (Gronsveld), zwalberstaartje: žwarbǝlštɛrtjǝ (Geleen), zwalberstaartverbinding: zwalǝbǝrstart˲vǝrbendeŋ (Maastricht), zwalberstaartverbindung: šwalbǝrštats˲vǝrbinduŋ (Bleijerheide), zwalberstots: šwalǝbǝrštuts (Wijlre), zwalbertenstaart: šwarbǝltǝštart (Sittard  [(meervoud: šwarbǝltǝštɛr)]  ), zwalberverbinding: žwɛlbǝrvǝrbendeŋ (Gulpen), zwalberzwans: šwalbǝršwans (Wolfhaag / Raren), šwɛlbǝršwans (Wolfhaag / Raren), zwalfstaarttand: swɛlfstarttānt (Ottersum), zwalgenstaart: zwalgǝstart (Dieteren, ... ), zwalgǝstɛrt (Heel, ... ), šwalgǝstɛrt (Vlodrop), šwalgǝštɛrt (Herten, ... ), žwalgǝštɛrt (Baarlo, ... ), žwǫlgǝštɛrt (Putbroek), zwalgenstaartje: zwalgǝstɛrtjǝ (Berkelaar, ... ), zwalgenstaartnaad: zwalgǝnstartnǭt (Maasbree), zwalgenstaartverbinding: zwalgǝstɛrt˲vǝrbęnjeŋ (Peij), žwalgǝštɛrt˲vǝrbendeŋ (Helden), žwalgǝštɛrt˲vǝrbenjeŋ (Herten), zwalmenstaart: zwalmǝstɛrt (Blerick), šwalmǝstɛrt (Steyl), žwalmǝštɛrt (Tegelen), zwalmenstaartverbinding: zwalǝmǝstɛrt˲vǝrbendeŋ (Venlo), zwalmerstaart: zwɛlmǝrstat (Bilzen), zwaluwenstaart: zwālywǝstart (Swolgen), zwɛlywǝstart (Geysteren), šwālǝwǝštārt (Amby), zwaluwstaart: šwālywštart (Nieuwenhagen), žwǫlyštɛrt (Putbroek), zwalvenstaart: zwalvǝnstart (Weert), zwalǝvǝstɛrt (Boshoven, ... ), zwɛlvǝstart (Arcen, ... ), zwɛlvǝstɛrt (Hunsel, ... ), šwalvǝstart (Buchten), zwalverstaart: zwa.lǝvǝ(r)stárt (Zonhoven), zwɛlvǝrstat (Sint-Truiden, ... ) In het algemeen een verbinding waarbij een soort pen, uitgesneden in de vorm van een zwaluwstaart aan het einde van het ene stuk hout, wordt gevoegd in een inkeping van dezelfde vorm aan het einde van het andere stuk. Zie ook afb. 133. [N 54, 55a; A 18, 39e; monogr.] II-12
zwaluwtand zwaluwentand: zwɛløwǝtantj (Horst, ... ), žwalgǝtantj (Roermond), zwarbeltand: zwarbǝltant (Stokkem) Elk van de zwaluwstaartvormig ingeknipte tanden van een zwaluwstaartverbinding. Zie ook afb. 196. [N 66, 33b] II-11
zwaluwtong boekweit: WLD  bookent (Swalmen), boekweitswinde: boqǝswenj (Helden), boekweitwinde: WLD  bokeswinj (Heythuysen), WLD vroeger een veel voorkomend onkruid op zandgrond  bugəswenj (Meijel), zie WLD.I,4, p.15  boggeswinj (Helden/Everlo), draai: WBD  drej (Sevenum), WLD; Heukels 73  drei-j (Sevenum), hagenrank: (bij afbeelding 55)  haagerank (Vijlen), wikke: eigen spelling  wikke (Vlodrop), wilde boekweit: weljǝ bǫkǝt (Posterholt), welǝ bogǝt (Genk), welǝ bugǝt (Opglabbeek), wilde boekend (Oirlo), wildje bokkentj (Tungelroy), wilje bookendj (Swalmen), wille bookwèt (Schimmert), -  wilje bòkket (Posterholt), Bree Wb.  wildzje bògkendsj (Bree), eigen spellinsysteem hoekig zaad / lastig onkruid  wilde boekend (Meijel), idiosyncr.  wilde boekend (Sittard), wilje bookendj (Thorn), sic. HB. MOET VAST BOGET ZIJN.  wille boget (Genk), WLD  wilde bookenjd (Ophoven), wilde-boekend (Schimmert), wilje bookendj (Montfort), wille bòòket (Mheer), wilde bonen: wilde-bonen (Jeuk), WLD  wilboeëne (Beesel), wilde bonenranken: wilde-boonranken (Jeuk), wilde boontjes: WLD  wildeboontjes (Stein), winde: węi̯nj (Maaseik), -  weinj (Maaseik), winj (Montfort), zaadwinde: -  ɛsotɛweing (Diepenbeek), zwalbentong: (bij afbeelding 55)  sjwelbe tong (Vijlen), zwalbertong: sjwĕlber tong (Vijlen), zwaluwtong: geen aparte naam  zwaluwtong (Berg-en-Terblijt), zelfde  zwaluwtong (Echt/Gebroek), zwalventong: -  zwelvetong (Tungelroy) Polygonum convolvulus L. Een zeer algemeen voorkomende slingerplant op bouwland en in wegbermen met groenachtig witte bloempjes in trosjes, die bloeien van juli tot de herfst, en met een meer dan één meter lange dunne windende stengel met pijlvormige bladeren zoals de haag- en akkerwinde. || zwaluwtong [DC 17 (1949)], [DC 60a (1985)] || Zwaluwtong (polygonum convolvulus). Tot meer dan 1 m lange klimplant; de stengels zijn windend, dun en ruw; de bladeren zijn pijlvormig en driehoekig; de bloemen groeien in trosjes in de bladoksels, het bloemdek is driekantig met een smalgevleugelde slip; [N 92 (1982)] I-5, III-4-3
zwanebloem knisperzaad: eigen spellinsysteem  knisperzaod (Meijel), koffiebloem: Veldeke  kaffeblom (Waubach), koffieboon: koffie-boon (Oirlo), liest: liest (Heijen, ... ), JK / nmaar vD: Zwanebloem?  liest (Gennep), lis: lés (Jeuk), robbendoep: eigen spelling  robbedoep (Montfort), waterlelie: eigen spelling  waterlelie (Montfort), waterlis: water lis (Schimmert), waterlés (Tungelroy), Bree Wb.  waterlis (Bree), idiosyncr.  waterlis (Sittard, ... ), Veldeke  waterlis (Echt/Gebroek), WLD  water lis (Montfort), waterlis (Schimmert, ... ), waterlès (Beesel), zwanebloem: -  zwanebloem (Venray), eigen spelling  sjwanebloom (Vlodrop), zelfde  zwanebloem (Echt/Gebroek), zwanenbrood: WBD/WLD  zwanebrood (Roermond) waterlis || zwanebloem [DC 60a (1985)] || Zwanebloem (butomus umbellatus een 100 tot 150 cm hoge plant. De stengels zijn rond; de bladeren groeien rechtop, ze zijn lijnvormig en driekantig; de bloemen groeien in een scherm en zijn witachtig tot bruinroze van kleur, tevens donkerder geaderd. Blo [N 92 (1982)] III-4-3
zwanehals ganzenek: ganzǝnɛk (Venray), zwanehals: zwanehals (Neer), zwānǝhals (Meijel), žwānǝhaws (Beek) Mandkorf waarbij de resterende staart van de buntspijlen, die aan de top bij elkaar komen, naar beneden is omgebogen als een zwanehals. Dit ombuigen van de buntspijlen of smelen heeft tot doel de top van de korf, die het meest gevoelig is voor de regen, af te dekken. De zwanehals is een variant van de bisschopsmuts. [N 63, 3e] II-6
zwangerschap dracht: draacht (As, ... ), drach (Gronsveld), dracht (Sint-Truiden), droch (Diepenbeek), zwangerschap: zjwangersjap (Gronsveld) zwangerschap || zwangerschap, zwangerschapsduur, dracht III-2-2