18197 |
broek: algemeen |
broek:
broek (Q175p Riemst, ...
Q175p Riemst),
bruk (Q175p Riemst)
|
broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)]
III-1-3
|
21603 |
brompot |
grauzer:
grauzet (Q175p Riemst)
|
Hoe heet iemand die zijn kwade luim toont met binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
34342 |
bronstig |
breustig:
brø̄.stǝx (Q175p Riemst)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
33864 |
bronstig, van merries |
heet:
hē.t (Q175p Riemst)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.]
I-9
|
20769 |
brood |
brood:
brood (Q175p Riemst)
|
brood dat niet opgegaan is (brood) [ZND 33 (1940)]
III-2-3
|
25657 |
brouwen |
bier maken:
[bier] mǭkǝ (Q175p Riemst)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|
25659 |
brouwerij |
brouwerij:
brouwerij (Q175p Riemst)
|
De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.]
II-2
|
21169 |
brug |
brug:
breg (Q175p Riemst)
|
een houten brug [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
23221 |
bruidje in de processie |
bruidje:
brêutsjes (Q175p Riemst)
|
Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)]
III-3-3
|
20385 |
bruidspaar |
bruidspaar:
1a-m; 22, 29a;
brootspoar (Q175p Riemst, ...
Q175p Riemst)
|
bruid [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|