e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q113p plaats=Heerlen

Overzicht

Gevonden: 6886
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
armvol arm: enne erm höj (Heerlen), ɛrǝm (Heerlen), armvol: en ervel höj (Heerlen), ene ermvel höj (Heerlen), ermvol huuj (Heerlen), ervel (Heerlen, ... ), ervel huij (Heerlen), hervel (Heerlen), hèèlvər (Heerlen), hèèrvəl (Heerlen), inne erm vol höj (Heerlen), inne ervel heuj (Heerlen), ęrǝmvǝl (Heerlen), ɛrvǝl (Heerlen), ɛrǝmvǫl (Heerlen), (klaver: handvol = hanfel: hervel = ervel: bet, armool  hervel klieë (Heerlen), handvol: hampfel huij (Heerlen), hampfǝl (Heerlen) armvol [SGV (1914)] || armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || bundel [SGV (1914)] || de hoeveelheid die men met de armen kan omvatten [armvol, elver, ervel, speet] [N 91 (1982)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
arresteren arresteren (<fr.): àrrəsteerə (Heerlen), vastzetten: vàszèttə (Heerlen) iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1
as van het vuur kluitendrek: klutedrek (Heerlen) kachelas III-2-1
asblok asblok: as˱blǫk (Heerlen, ... ) Het als ashouder of als as fungerende houten blok waaraan de wielen van de voorploeg bevestigd zijn. [N 11, 31.I.a; N 11A, 97a] || Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-1, I-13
asfaltpapier asfaltlaag: asfaltlǭǝx (Heerlen), vochtlaag: vǫxlǭǝx (Heerlen), vochtwering: vǫxwē̜reŋ (Heerlen) Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.] II-9
asperge asperge: aspɛržǝ (Heerlen), aspergel: aspɛrgǝl (Heerlen), Hgd. Spargel. Gr. aspharagos  aspergel (Heerlen) Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.] || asperge I-5, I-7
aswoensdag asselegoensdag: Eschelegoansdig (Heerlen) Aschwoensdag [SGV (1914)] III-3-3
aszeef kolenzeef: koalezeef (Heerlen), om kolen te zeven  kōālezeef (Heerlen), ringelskorf: met 2 handvaten  ringelskörf (Heerlen) zeef; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
atelier atelier (fr.): àttəljee (Heerlen), werkplaats: wīrkplààtsj (Heerlen), werkstatt (du.): Van Dale (DN): Werkstatt, 1. werkplaats, garage; - 2. atelier (v.e. kunstenaar).  wèrksjtàt (Heerlen) de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)] III-3-1
augurk augurk: WBD/WLD  oogurk (Heerlen), komkommertje: WBD/WLD  kómkummərkə (Heerlen) Een soort van kleine komkommer die vaak in azijn wordt ingemaakt; een augurk (canichon, augurk). [N 82 (1981)] I-7